De initiatiefnemer heeft het voornemen om in een plangebied aan de Duinweg 82 te Oostkapelle (gemeente Veere) het bestaande hotel te vervangen door nieuwbouw, waarbij ook een parkeerkelder wordt voorzien. In het kader van de hiertoe benodigde Binnenplanse OmgevingsPlanActiviteit (OPA)-omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een Inventariserend Veldonderzoek door middel van karterende boringen uitgevoerd.Op basis van eerder uitgevoerd archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen bleef een archeologische verwachting bestaan op het voorkomen van vindplaatsen binnen het grootste (niet diepgaand verstoorde) deel van het plangebied. De bevoegde overheid bepaalde op basis hiervan dat nader archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk was. Omdat het terrein grotendeels bebouwd is en in gebruik als hotel, is gekozen voor karterende boringen.Door de aanwezigheid van bebouwing en kabels en leidingen konden de boorpunten niet helemaal gelijkmatig over het plangebied worden verspreid. Er waren acht boringen gepland, maar er konden om praktische redenen zes worden uitgevoerd. Er is machinaal geboord, namelijk middels sonische boringen met een AquaLock-systeem. Bij de uitwerking is voor meer inzicht in de aard en genese van de aanwezige afzettingen door de boringen een lithogenetisch profiel geconstrueerd aan de hand van de boorresultaten en twee beschikbare DINO-boringen.De opbouw van de bodem is van beneden naar boven te verdelen in zeven pakketten (pakketten 1-7), die deels uit te onderscheiden sub-pakketten bestaan (a-d). Het diepst in het van de onderzochte deel van de ondergrond ligt een zandpakket dat in de hoogte fijner kleiiger en siltiger wordt (pakket 1). Vermoedelijk is dit pakket gevormd in de stromingsluwte van een of meer strandwallen. De aard en opbouw van de afzettingen passen in het beeld van slufterafzettingen die hier worden verwacht. In de hoogte gaat het zandpakket over in pakketten met vooral lagen klei (pakketten 2-5). Deze zijn gevormd onder invloed van getijden in een gebied met geringe waterdieptes. De afzettingen passen in het beeld van een zich opvullend intergetijdengebied in de luwte achter een strandwal, dat hier wordt verwacht. Afzetting had plaats in kreken, slikken en schorren. Een fasering is te herkennen. Een groengrijze klei met enige rijping en bodemvorming door bioturbatie vormde zich in een periode met weinig sedimentatie (pakket 3). Vermoedelijk was dat in de IJzertijd tot Midden-Romeinse tijd. Het was geen begaanbare landbodem, maar een natte bodem of een waterbodem. De top van de natuurlijke afzettingen bestaat uit een pakket zand dat behoort tot afzettingen van de Jonge Duinen (pakket 6). De top van die afzettingen dateert uit de Nieuwe tijd. Pakket 7 is een heterogeen pakket daterend uit de periode vanaf de jaren ’60 van de 20ste eeuw.In het plangebied zijn geen (aanwijzingen voor de aanwezigheid van) vindplaatsen vastgesteld.
