De Gemeente Reimerswaal heeft het voornemen het bestaande sportpark aan de Appelstraat te Krabbendijke te verplaatsen naar de rand van het dorp op een agrarisch gebied aan de Westelijke Parallelweg (Deelgebied west). Het bestaande sportpark en het aangrenzende school – en voormalige veilingterreinen langs de Westelijke Parallelweg (Deelgebied oost) zullen worden omgevormd voor woningbouw. Het plangebied omvat dan ook twee deelgebieden: de nieuwe westelijke locatie omvat twee percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Krabbendijke, Sectie C, Perceel 5878 en 5284 en beslaat een oppervlakte van circa 65.480 m2. De bestaande oostelijke locatie omvat 10 percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Krabbendijke, Sectie C, Perceel nr. 2637, 3212, 3725, 4196, 4838, 5177, 5406, 5615 en 5712 (deels) en beslaat een oppervlakte van circa 68.891 m2. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken dient een bestemmingsplanwijziging aangevraagd te worden. In het kader van de bestemmingsplanwijziging is voorliggend onderzoek uitgevoerd.Dit onderzoek bestaat in eerste instantie uit een bureauonderzoek waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel wordt opgesteld voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat in het westelijke deelgebied de ondergrond bestaat uit afzettingen van het Laagpakket van Walcheren die gevormd zijn in en langs een geul. het oostelijke deelgebied betreft dit in het noordwesten eveneens geulafzettingen en in de overige delen van het gebied schorafzettingen. Plaatselijk zijn deze afzettingen vergraven bij het moeren van het veen. Bovenop deze afzettingen zijn in een jongere fase nieuwe schorafzettingen van het Laagpakket van Walcheren tot ontwikkeling gekomen. Deze tweede afzettingsfase is vermoedelijk te relateren aan de overstroming van het gebied vanaf het midden van de 16e eeuw. Onder de Walcherenafzettingen bevindt zich Hollandveen. Dit veen is in meerdere boringen in beide deelgebieden veraard, in de overige boorprofielen is het veen geërodeerd of gemoerd. Het onderliggende Laagpakket van Wormer bestaat deels uit zandafzettingen en deels uit klei. In dit Laagpakket van Wormer zijn geen bodems waargenomen..In grote delen van Deelgebied oost en op enkele plaatsen in Deelgebied west is de bodem verstoord. In Deelgebied oost is deze verstoring te relateren aan de bouw-, sloop en saneringswerkzaamheden die hier vanaf de 20e eeuw hebben plaatsgevonden.Er geldt op basis van het bureau- en veldonderzoek binnen beide delen van het plangebied enkel een middelhoge verwachting op het voorkomen van vindplaatsen uit de late ijzertijd en Romeinse tijd op het Hollandveen Laagpakket in die zones waar veraard veen is aangetroffen (bruin op figuren 38 en 39). Dit vanaf een diepte van minimaal 1,33 m -NAP/ 1,75 m -mv in het westelijke deelgebied en 1,31 m -NAP/ 1,8 m -mv in Deelgebied oost. Voor de overige niveaus en perioden geldt deels een lage en deels geen verwachting.Op basis van de archeologische verwachting en aanwezige verstoringen wordt in hoofdstuk 4.2 een advies geformuleerd. Samengevat is er een advies om de bestaande dubbelbestemming binnen het plangebied te behouden in de zones waar veraard veen is aangetroffen. Hiervoor wordt een vrijstellingsdiepte van 1,2 m -NAP aanbevolen. Voor de overige delen van het plangebied wordt aanbevolen de bestaande dubbelbestemming te laten vervallen.Voor de inrichting van dit nieuwe sportpark en woningbouwlocatie zijn nog een concrete plannen beschikbaar, ook is onbekend waar en tot welke diepte met de ontwikkeling verstoord zal worden. Er wordt dan ook geadviseerd om bij de realisatie van de plannen binnen de op figuur 42 rood aangegeven zones geen graafwerkzaamheden uit te voeren die dieper reiken dan 1,2 m -NAP. Indien toch graafwerkzaamheden worden voorzien die dieper reiken dan 1,2 m -NAP wordt vervolgonderzoek noodzakelijk geacht.