In opdracht van Adviesbureau Brouwers BV heeft RAAP in januari 2025 een archeologisch
vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het Mijnwatertracé Heerlencentrum west te Heerlen, in de binnenstad van Heerlen. Het onderzoek vond plaats in het kader van
een omgevingsvergunning.
Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Heerlen ligt het noord-zuid verlopende tracédeel
tussen het Raadhuisplein en de Parallelweg geheel binnen een zone met een hoge archeologische
waarde en is daarmee, gezien de grootte van de ontwikkeling, onderzoeksplichtig. Het kleinere
tracédeel in het westen van de Parallelweg ligt geheel in een zone met een lage verwachtingswaarde
en is, gezien de grootte van de ontwikkeling aldaar, niet onderzoeksplichtig.
Landschappelijk bevindt het plangebied zich in het Zuid-Limburgs lössgebied, en volgens de
geomorfologische kaart op een lössglooiing. Het gebied is niet gekarteerd op de bodemkaart, maar
normaal gesproken bevinden zich hier goed bewaarde radebrikgronden. Gezien de ligging in de
binnenstad van Heerlen wordt verwacht dat het natuurlijke bodemprofiel tot circa 50-100 cm onder het
maaiveld verstoord zal zijn, als gevolg van de aanleg gebouwen, wegen en kabels en leidingen. In feite
gaat het dus waarschijnlijk om getopte bodems, ofwel bergbrikgronden. Onder de verstoringen kunnen
zich echter nog archeologische resten bevinden.
Het noord-zuid tracé ligt in een zone met een hoge archeologische verwachting voor resten uit de
Romeinse tijd en de middeleeuwen tot nieuw tijd. In het zuidelijke stuk van het Raadhuisplein tot en
met de Geleenstraat loopt het tracé dwars door de dicht bebouwde kern van Romeins Heerlen
(Coriovallum), met een hoge kans op muurwerk, kelders, waterputten en pottenbakkersovens uit de
Romeinse tijd. Het is echter mogelijk dat het tracé hier (ten dele) in de lengte door een gracht uit de
nieuwe tijd loopt in de Raadhuisstraat en de Geleenstraat, die oudere archeologische sporen heeft
opgeruimd. Vondsten uit de Romeinse tijd zijn tot en met de Promenade vastgesteld, waar zich ergens
de noordelijke grens van de Romeinse nederzetting zal hebben bevonden. Ten noorden hiervan bevindt
zich nog een kleine concentratie pottenbakkersovens rond de kruising Honigmannstraat/Schinkelstraat,
en bestaan enkele meldingen van grafvondsten. Ondanks het geringere aantal vondstmeldingen, geldt
voor deze hele zone tot aan de Parallelweg een hoge archeologische verwachting voor graven en
pottenbakkersovens uit de Romeinse tijd.
Aangezien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen de mogelijke archeologische resten te
onderzoeken. Gezien de locatie in een straat in de binnenstad is een voorafgaand archeologisch
onderzoek onevenredig complex en duur en wordt daarom aanbevolen het onderzoek tijdens de civiele
werkzaamheden uit te voeren. Eventuele archeologische resten worden dan middels een
archeologische begeleiding (opgraving -variant begeleiding) ex situ behouden.
Voorafgaand aan een archeologische begeleiding dient een PvE opgesteld te worden, waarin de
werkwijzen en doelstellingen van het onderzoek worden omgeschreven. Dit PvE dient door het bevoegd
gezag te worden goedgekeurd, alvorens het onderzoek kan plaatsvinden..