Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor de uitbreiding van Landgoed Groot Vijversburg te Tytsjerk, gemeente Tytsjerksteradiel en Leeuwarden (F)

DOI

De onderzoekslocatie ligt in het noordelijke veengebied, op de grens met het noordelijke zandgebied. Op de onderzoekslocatie is grotendeels een ontgonnen veenvlakte aanwezig. In het oosten van de onderzoekslocatie wordt grondmorene bedekt met zwak golvend dekzand verwacht, in het oosten van de onderzoekslocatie een storthoop. Volgens de bodemkaart zijn op het grootste gedeelte van de onderzoekslocatie moerige podzolgronden met een moerige bovengrond aanwezig. Het pleistocene zand wordt binnen 2m-NAP verwacht. In het noordwesten van de onderzoekslocatie worden koopveengronden op zand verwacht. Volgens FAMKE is op Ooievaarsnest een vuursteenvindplaats met een diameter van 200 m aanwezig.Verder heeft de onderzoekslocatie volgens FAMKE een hoge tot middellage trefkans op archeologische resten en/of sporen uit de periode Steentijd – Middeleeuwen. Het gaat hierbij vooral om vuursteenvindplaatsen (Steentijd – Bronstijd), maar er kunnen ook sporen uit de Romeinse Tijd en sporen van de vroeg- en volmiddeleeuwse veenontginningen aanwezig zijn. In Archis2 zijn in de omgeving van de onderzoekslocatie alleen maar vondsten vanaf de Middeleeuwen bekend.In 1832 was de onderzoekslocatie in gebruik als hooiland, bos, weiland en water. In 1900 was de onderzoekslocatie in gebruik als weiland. Mogelijk heeft de waterleiding op de onderzoekslocatie het archeologisch niveau al deels verstoord.Tijdens het veldonderzoek is veen op dekzand aangetroffen. Op sommige plekken op de onderzoekslocatie is het dekzand aan het oppervlak aanwezig. In sommige boringen is onder het dekzand keileem aangetroffen. Het veen op de onderzoekslocatie is grotendeels vergraven. In het zuiden van de onderzoekslocatie (bij Weiland) is het veen afgedekt door opgebracht materiaal. In het dekzand zijn restanten van humeuze podzolgronden aanwezig. De podzolgronden zijn tot verschillende dieptes vergraven; van tot in de E-horizont tot in de C-horizont. In geen van de boringen is bewerkt vuursteen aangetroffen. Tijdens het waarderende booronderzoek zijn vooral baksteenfragmentjes aangetroffen en een fragmentje verweerd roodgeglazuurd aardewerk uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe Tijd.Concluderend kan worden gesteld dat er ter plaatse van het waarderende onderzoek geen sprake is van een behoudenswaardige vuursteenvindplaats. Waar Bhorizonten zijn aangetroffen, kunnen nog archeologische resten en of sporen uit de periode Steentijd – Bronstijd aanwezig zijn. Doordat het veen op de onderzoekslocatie grotendeels is vergraven, kan de trefkans voor de periode IJzertijd – Middeleeuwen worden bijgesteld naar laag.

Issued: 2011-08-08

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-ze5-9hj8
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-ze5-9hj8
Provenance
Creator M. Verboom-Jansen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Blom; ARC bv
Publication Year 2013
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/closedAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess false
Contact M.C. Blom (ARC bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/csv; text/xml; application/pdf; text/comma-separated-values
Size 11854; 33758; 25425; 892; 9558570; 165; 149; 193; 329; 293; 287; 354; 207; 6542; 179326; 113; 51; 70; 7592; 6932; 46908; 219; 82; 61; 150; 194; 294; 250; 79; 46; 141; 366; 80970; 407; 590; 689; 513; 110; 385; 8364; 50; 98; 48; 344; 305; 59; 181; 78; 139; 83
Version 1.0
Discipline Humanities