Plangebied Roerstreek Zuid, gemeente Roermond; een inventariserend archeologisch onderzoek, waarderende fase: proefsleuven.

DOI

In opdracht van Regionale Economische Ontwikkeling Midden-Limburg (REO)heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau van 19 september t/m 16 oktober 2003een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied RoerstreekZuid, gemeente Roermond. Het plangebied maakt deel uit van bedrijventerreinKeulse Baan-zuid. Het proefsleuvenonderzoek diende te worden uitgevoerd omdatrealisatie van de geplande bouw van een Aldi-distributiecentrum zou leiden totvernietiging van archeologische resten. Deze resten waren aangetoond tijdenseerdere archeologische onderzoeken in en nabij het plangebied. Doel van het proefsleuvenonderzoek was vast te stellen wat de kwaliteit (gaafheid en conservering), omvang, aard en datering van de archeologische grondsporen en resten in het plangebied is.Uit eerdere onderzoeken blijkt dat het plangebied in een regio ligt die rijk is aanarcheologische vindplaatsen uit alle archeologische hoofdperioden. De complextypen variëren van resten uit de Oude Steentijd en nederzettingen uit de Nieuwe Steentijd (Michelsbergcultuur) tot een vermoedelijk prehistorisch urnenveld en een Romeinse weg. In het plangebied zelf lag één grote vindplaats. Aan de randen van het plangebied werden waarschijnlijk drie andere grote vindplaatsen aangesneden. Alle grote vindplaatsen in en grenzend aan het plangebied (Rensink, 1997: RORO5, RORO7, RORO9 en RORO12) zijn enkele jaren geleden door middel van proefsleuven onderzocht. Daarbij zijn op RORO5, RORO9 en RORO12 verdere aanwijzingen gevonden dat het vindplaatsen uit de Michelsbergcultuur betreft. Van deze vindplaatsen ligt alleen RORO 9 in het plangebied; de overige vindplaatsenbevinden zich (geheel) buiten het plangebied.Tijdens het veldonderzoek zijn 27 proefsleuven in het plangebied aangelegd. Intotaal is daarbij een oppervlakte van circa 11.000 m² onderzocht. Op de vindplaatsRORO9 zijn daarbij drie grote materiaalclusters aangetroffen. Het betreft tweeaardewerkclusters op de top en de flank van een grote zandrug en een clustervan vuursteen- en aardewerkmateriaal aan de voet van dezelfde rug. De clustersliggen dan ook in elkaars verlengde op dezelfde zandrug. De clusters dateren uithet Midden Neolithicum, ofwel uit de Michelsbergcultuur ofwel uit de Stein-groep.Vooralsnog kunnen de aardewerkclusters en het gemengde cluster – met de nodigevoorzichtigheid – het beste als het restant van een kortstondig bewoonde plekworden geïnterpreteerd. Op het derde cluster hebben verschillende huishoudelijkeactiviteiten, zoals huid- en/of houtbewerking en mogelijk graanverwerking plaatsgevonden. Mogelijk heeft hier een eenvoudige constructie gestaan (bijvoorbeeldeen tent). De archeologische gaafheid van de drie clusters is, getuige de bodem-opbouw en vondstverspreiding, relatief hoog. Naast de drie clusters zijn opdiverse plaatsen in het plangebied fragmenten van gepolijste vuurstenen bijlenaangetroffen. Deze bijlen werden gebruikt om in deze periode op kleine schaalhet oerbos te kappen en er tijdelijke akkertjes in aan te leggen. Wanneer dergelijke akkertjes waren uitgeput, werd een nieuw stuk bos gekapt. Daarnaast zijn een losse pijlspits uit de Midden Steentijd en een kleine concentratie scherven uitde IJzertijd gevonden. Dit duidt alleen op een extensief gebruik van het gebiedin deze periode. Ook in de Romeinse tijd en Middeleeuwen is het plangebiedalleen extensief gebruikt.Uit het veldonderzoek blijkt dat de eerdere begrenzing van de vindplaatsen te ruimwas, maar dat binnen de begrenzingen wel materiaalclusters aanwezig waren. Omde uiteindelijke locatie van de clusters op te sporen, was een intensief onderzoekdoor middel van proefsleuven vereist. Aanbevolen wordt om bij de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein op de grote vindplaatsen RORO1, RORO2, RORO3, RORO5 en RORO7 een inventariserend archeologisch onderzoek, waarderende fase (proefsleuven) uit te laten voeren. Dergelijk vervolgonderzoek is noodzakelijk omde kwaliteit, samenstelling, aard, omvang, diepteligging en datering van dezevindplaatsen beter te bepalen. Pas op basis van deze gegevens kan de waarde vande vindplaatsen goed worden bepaald en kan een gerichte afweging met betrekking tot besluitvorming worden genomen. Op het te ontwikkelen bedrijventerreinKeulse Baan-zuid ligt een cluster vindplaatsen uit het Midden Neolithicum, dieop zichzelf al te veel archeologische informatie herbergt om zonder gedegenonderzoek verloren te laten gaan.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zaz-h9rj
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zaz-h9rj
Provenance
Creator X.C.C. van Dijk
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Diepeveen; B.J. Moonen (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); B.G. Bedeaux; R Bloemen (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); D.M.G. Keijers (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); M.A.H. Lipsch (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); A.M.V. Meij (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); H. Ringenier; RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.C. Diepeveen (Raap bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; image/jpeg; audio/midi; application/vnd.mif; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet
Size 11621; 11416; 886484; 934116; 848783; 871406; 863718; 904090; 877238; 893526; 871461; 863469; 893116; 809013; 830885; 19350; 889097; 885164; 904490; 900289; 850272; 925424; 916002; 841778; 4391; 14; 1767; 126; 4250; 704; 21768; 43149030; 40073484; 5812; 54826; 24685; 59771; 21166; 27040; 18181
Version 2.0
Discipline Humanities