In opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn zijn in november 2017 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende en karterende fase, uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van de wijk het Rode Dorp in Alphen aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op afzettingen van de Oude Rijn. Naar verwachting bestaat de opbouw van boven naar beneden uit een verstoord pakket, een opgebracht pakket uit de Nieuwe tijd, oeverafzettingen van de Oude Rijn en beddingafzettingen van de Oude Rijn.De kans dat de bovenste niveaus verstoord zijn geraakt bij de inrichting tot woonwijk is groot. Ook daarvoor kunnen al verstoringen hebben plaatsgevonden, onder meer door de aanleg van vijvers en weteringen, door het gebruik als tuinbouwgrond en mogelijk door kleiwinning ten behoeve van de ten noorden gelegen pannenbakkerij. Tevens kunnen de verplaatsingen van de meanderbochten van de Oude Rijn voor erosie van oudere niveaus hebben gezorgd.Archeologische resten mogen met name worden verwacht in de top van de oever(wal)afzettingen, indien intact aanwezig. Hierop kunnen resten voorkomen vanaf het Neolithicum, maar met name vanaf de Romeinse tijd. Naar verwachting zal het plangebied altijd onderdeel uit hebben gemaakt van het rurale gebied: in eerst instantie van het castellum en later van de nederzetting Alphen aan den Rijn. Er worden dan ook met name resten van boerderijen verwacht, zoals hier ook staan aangegeven op het kaartmateriaal uit de 17e eeuw. Daarnaast kunnen in het plangebied de resten voorkomen van de Romeinse limesweg, indien deze inderdaad (min of meer) de loop volgt zoals weergegeven in Figuur 2.Het booronderzoek heeft de verwachting uit het bureauonderzoek grotendeels bevestigd. De verstoringen zijn geringer dan werd verwacht: op de opgevulde slootvullingen na zijn er geen noemenswaardige verstoringen aangetroffen. Er blijft een hoge verwachting gelden voor de oever(wal)afzettingen. Uit de boringen blijkt wel dat de restgeul van de Rijn westelijker ligt dan op basis van de reconstructie van Van Dinter (2013) werd verwacht. Ook de limesweg zal daardoor verder naar het westen hebben gelegen dan is weergegeven in Figuur 2. Resten van de limesweg zijn mogelijk aangetroffen in het plangebied, hoewel ook niet kan worden uitgesloten dat de aangetroffen greppels met onder meer grind het restant zijn van een landbouwweg uit de Nieuwe tijd.Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat in de ondergrond van het plangebied oever(wal)afzettingen voorkomen met een hoge archeologische verwachting. Mogelijk zijn indicaties aangetroffen voor de aanwezigheid van de Romeinse weg, hoewel dit op basis van de karterende boringen niet met zekerheid kan worden vastgesteld. Aangezien de afzettingen met een hoge verwachting zeker verstoord zullen worden door de geplande rioleringswerkzaamheden wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Dit vervolgonderzoek kan het beste plaatsvinden in de vorm van een proefsleuvenonderzoek, uit te voeren (direct) voorafgaand aan de rioleringswerkzaamheden. Er dienen minimaal proefsleuven aangelegd te worden ter plaatse van de veronderstelde ligging van de limesweg.Ter plaatse van de restgeulafzettingen (zoals weergegeven in bijlage 7) worden alleen losse vondsten verwacht. Voor dit gebied geldt een lage archeologische verwachting. Hier wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Er wordt geadviseerd dit deel van het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden.