Op 12 juni 2007 is door De Steekproef een archeologische begeleiding uitgevoerd aan de Rikkerdaweg 29 te Niehove. De begeleiding betrof graafwerkzaamheden ten behoeve de aanleg van van een put waarin een mestkelder zal worden gebouwd. In deze put bleek de bodem ten oosten van de sloot die het plangebied doorsnijdt, tot in de onderliggende wad-afzettingen verstoord te zijn. De aard van het hierbij aangetroffen baksteenpuin geeft aan dat het om relatief recente verstoring gaat. Deze bevindingen stemmen overeen met die van het in 2006 door De Steekproef in het plangebied verrichte booronderzoek. In verband met de verstoring van de bodem op het deel van het plangebied ten oosten van de sloot, is besloten de archeologische begeleiding te beperken tot het deel van het plangebied ten westen van de sloot. De hierbij aangetroffen grondsporen zijn getekend en gefotografeerd. Drie van deze grondsporen betreffen met een natuurlijke klei-afzetting gevulde depressies waarin geen artefacten is aangetroffen. De overige grondsporen liggen in sterk geroerde klei waarin baksteenpuin en dubbelzijdig geglazuurd aardewerk is waargenomen. Deze sterk geroerde klei is hier waarschijnlijk terechtgekomen toen het terrein in het tweede kwart van de negentiende eeuw is her-ingericht. Hierbij is een boerderij gesloopt en lijkt het onderliggende terplichaam gevlakt te zijn om het terrein als geheel, te verhogen. De aanwezigheid van scherven kogelpotaardewerk in de sterk geroerde klei, vormt een aanwijzing dat de gevlakte terp al in de Middeleeuwen bewoond werd. Ter plaatse van het plangebied is hiervan echter alleen in de negentiende eeuw verplaatst materiaal aanwezig.