In juni 2013 heeft Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. van de gemeente Oosterhout opdracht gekregen voor het uitvoeren van een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen en proefputten (karterende fase). Het plangebied is omvat diverse percelen langs de voormalige Herweg. In het gebied rondom de huidige Vrachelsestraat zijn in 2012 en 2013 diverse verkennende onderzoeken uitgevoerd. Afgeleid van de gemeentelijke beleidskaart is voor een aantal gebieden binnen het bestemmingsplan “De Contreie” de Waarde archeologie opgenomen. Naar aanleiding van de vlakkende onderzoeken uit 2010 en 2012 is deze waarde al voor de meeste gebieden na onderzoek komen te vervallen. Hetzelfde geldt voor het gebied rondom de nieuwe sportvelden en de noordelijke EVZ. Voor het gebied rondom de Vrachelsestraat is in 2008 en 2012 aangetoond middels een proefsleuvenonderzoek (2008) en meerdere booronderzoeken (2012) dat dit gebied in het verleden op perceelsniveau ontgrond is. Op basis van de onderzoeken uit 2012 bleef de waarde archeologie gehandhaafd en bleek dat enkele percelen eerder nog niet onderzocht waren. Op verzoek van de gemeente Oosterhout is dit nu alsnog gebeurd waarbij zowel de eerder al (verkennend) geboorde percelen als de nog niet eerder onderzochte percelen zijn meegenomen. Voor de in 2012 onderzochte percelen kon niet met zekerheid worden aangetoond dat ze ontgrond waren maar er werden eveneens geen overtuigende aanwijzingen voor een intacte archeologische vindplaats aangetroffen. In overleg met de gemeente Oosterhout is derhalve besloten tot een karterend booronderzoek ten einde vast te stellen in hoeverre de waarde archeologie binnen het bestemingsplan van “de Contreie” de waarde archeologie nog correct is. Dit als een aanvullende stap in de toetsing van de archeologische verwachtingswaarde en het daaraan gekoppelde gemeentelijk beleid. Van de nu in de karterende fase onderzochte percelen is in december 2012 reeds een archeologische bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd. Hierbij werd vastgesteld dat de bodem op een deel van het perceel nog dusdanig intact is dat de hoge verwachtingswaarde voor dit perceel gehandhaafd is gebleven. Het plangebied ligt in het Noord-Brabants zandgebied, waarbij de ondergrond wordt gevormd door het jonge dekzand. Een deel van het plangebied langs de Vrachelsestraat (voorheen herweg) is in ieder geval sinds begin 1800 bewoond. Op basis van eerdere onderzoeken in de omgeving kunnen archeologische resten worden verwacht van de bronstijd tot en met de nieuwe tijd. In het (noord)oosten van het plangebied bestaat een grote kans op verstoringen, gekarteerd op de geomorfologische kaart en herkenbaar op het AHN. Tijdens het inventariserend veldonderzoek door middel van boringen en proefputten (karterende fase) is vastgesteld dat de bodem in een deel van het plangebied significant is verstoord. Veelal bestaat de bodemopbouw uit een AC-profiel met vaak een verstoorde tussenlaag. In enkele boringen is nog een restant van het oorspronkelijke podzolprofiel aangetroffen. Met name in de uitloper naar het westen lijkt de bodemverstoring slechts beperkt. Het beeld van de bodemopbouw op basis van de boringen is bevestigd door de aangelegde proefputten. Daarnaast is het opgeboorde materiaal is gezeefd en werden enkele archeologische indicatoren aangetroffen, waaronder een fragment prehistorisch handgevormd aardewerk. Alle vondsten waren afkomstig uit de bouwvoor of onderliggende verstoorde lagen. Niet uitgesloten kan worden dat delen van het plangebied (maar feitelijk het gehele gebied van de Houtse Akkers) op perceelsniveau kan zijn opgehoogd met grond van elders. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die eenduidig wijzen op de aanwezigheid van een intacte en behoudenswaardige archeologische vindplaats in de ondergrond ter plaatse van het nu gekarteerde plangebied.. Op basis van bovenstaande argumenten adviseren wij om de archeologische verwachting voor het plangebied bij te stellen naar laag en daarmee het plangebied vrij te geven voor toekomstige ontwikkelingen.