Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen voor de aanleg van een vijver op de onderzochte locatie aan Bolmeer 6 te Zevenhuizen, gemeente Leek. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg.Onderhavig booronderzoek vormt een vervolg op een in een eerder stadium door Libau uitgevoerd bureauonderzoek (Van der Mei, 2012).In het onderzoeksgebied zijn in totaal zes boringen gezet. De bodemopbouw bestaat uit een bouwvoor of verstoorde laag, met hieronder keizand en/of keileem. In het keizand heeft zich een podzolbodem gevormd. In de boringen is geen volledig podzolprofiel aanwezig. In boring 2 is een dunne AE-horizont aanwezig, maar in de overige boringen is alleen sprake van een B- en BC-horizont (boring 1, 5 en 6) of alleen een BC-horizont (boring 3 en 4). In boring 4 is de BC-horizont afgedekt met veen, wat erop duidt dat zich nooit een volledig podzolprofiel ontwikkeld heeft, doordat het gebied hiervoor te nat was. Mogelijk ontbreekt in boring 3 een deel van het podzolprofiel doordat de bodem is verstoord tot 0,55 m-mv.Aangezien het onderzoeksgebied is afgeboord met een boorgrid waarvan de boordichtheid overeenkomt met een karterend booronderzoek en hierbij geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen (in de gezeefde boorkernen en tijdens de oppervlaktekartering) wordt de kans op het aantreffen van archeologische resten laag ingeschat. Wij bevelen daarom aan geen vervolgonderzoek uit te voeren.Bovenstaande betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is te allen tijde voorbehouden aan het bevoegd gezag, gemeente Leek.Mochten hier tijdens het grondwerk onverhoopt alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Leek, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden.