Archeologisch verkennend booronderzoek voor de herinrichting van de kruising Commandeursweg-Molenstraat te Bennekom, gemeente Ede

DOI

Voor de herinrichting van de kruising van de Commandeursweg en de Molenstraat te Bennekom heeft VUhbs archeologie een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Binnen het plangebied zal een rotonde worden aangelegd waarbij de mogelijk aanwezige archeologische sporen en/of resten worden bedreigd. Daarom heeft de opdrachtgever VUhbs archeologie verzocht voor het plangebied een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uit te voeren, zodat meer inzicht wordt verkregen in de archeologische verwachting van het plangebied en of er aanvullend onderzoek noodzakelijk zal zijn. Voor het plangbied is voorafgaand een archeologische verwachting opgesteld. Hierin is gesteld dat het plangebied ligt in een zone met een hoge verwachte dichtheid aan archeologische resten. Deze hoge verwachting gleldt vooral voor resten uit het Neolithicum tot de Late Middeleeuwen die aanwezig kunnen zijn onder het plaggendek. Bij de bouw van de omliggende woonwijk en de inrichting van de kruising van de Commandeursweg met de Molenstraat in de jaren 70 van de vorige eeuw kan de bodem echter verstoord zijn. Ook lopen door het plangebied verschillende kabels en leidingen als ook een riool onder huidige weg. Ter plaatse hiervan zullen de mogelijk aanwezige archeologische al in belangrijke mate zijn verstoord. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat de bodem ter plaatse van de boringen tot een diepte van 35 tot 95 cm -mv bestaat uit een recent geroerd pakket. Hieronder is mogelijk nog een restant van het verwachte plaggendek aanwezig. De natuurlijke afzettingen hieronder bestaan uit eolisch dekzand. Doordat de top van het natuurlijke bodemprofiel in de top van het dekzand nergens binnen het plangebied meer intact is, worden geen resten in situ uit het Laat-Paleolithicum – Mesolithicum meer verwacht. Onder het plaggendek kunnen mogelijk nog sporen uit de periode Neolithicum – Late Middeleeuwen aanwezig zijn. Doordat de bodem bij de aanleg van de ondergrondse infrastructuur binnen grote delen van het plagebied waarschijnlijk verstoord is tot onder de basis van het plaggendek, wordt de kans dat binnen het plangebied nog intacte archeologische sporen aanwezig zijn kleim geacht. Hierdoor wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk/zinvol geacht en wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden.

Date: december 2018

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x9c-4d5w
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x9c-4d5w
Provenance
Creator K.A. Hebinck
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor K.A. Hebinck; VUhbs archeologie
Publication Year 2018
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact K.A. Hebinck (VUhbs archeologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 6660; 6164; 937; 5209; 5179938
Version 1.0
Discipline Humanities