In het plangebied Dijckerwaal 10 in ’s-Gravenzande is een archeologische proefsleuf aangelegd om te bepalen of zich archeologische resten binnen het plangebied bevinden. Het vlak van de proefsleuf is daarbij aangelegd in de aanwezige oeverafzettingen, die vanwege de hoger gelegen ligging ten opzichte van de directe omgeving een aantrekkelijke locatie vormden voor bewoning vanaf de IJzertijd. In het vlak zijn echter geen sporen uit de IJzertijd of Romeinse tijd aangetroffen. Ook van de historische buitenplaats Dijckerwael of Waelwoning zijn geen aantoonbare resten aangetroffen. De enige duidelijk dateerbare archeologische resten zijn twee gemetselde bakstenen waterputten, waarvan er één in het eind van de 19de eeuw gedateerd kan worden. Mogelijk is de andere waterput de voorganger van de gedateerde waterput en is deze afgebroken ten tijde van de aanleg van de nieuwe waterput.Een aangetroffen greppel of sloot heeft een vergelijkbare oriëntatie als het op historische kaarten aanwezige woonhuis. Mogelijk dat de sloot als erfgrens gezien kan worden en deze ook tot de recent aanwezige bewoning heeft gehoord. Er is geen duidelijke relatie te leggen tussen de twee aanwezige waterputten en het (historisch) kaartmateriaal.