Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied ligt op de overgang van een geulranddekzand-rug naar terrasafzettingswelvingen met een bodem die bestaat uit gooreerdgronden. Volgens de systematiek van de IKAW heeft het plangebied een hoge archeologische trefkans. In de omgeving van het plangebied zijn waarnemingen bekend uit de steentijd, Romeinse tijd en late Middeleeuwen. Deze waarnemingen zijn gedaan in een soortgelijke landschappelijke ligging als het plangebied. Op basis van het bureauonderzoek werd aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend voor vondsten vanaf de steentijd tot Romeinse tijd, late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.Tijdens het booronderzoek werd een 32 tot 58 cm dikke bovengrond aangetroffen die kan worden geclassificeerd als een gooreerdgrond met plaatselijk een hoge zwarte enkeerdgrond. Er werden geen aanwijzingen gevonden voor veenbedekking in het verleden. In alle boringen was de overgang naar de C-horizont, als gevolg van diepploegen, verstoord. Er werden geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen.Op basis van de resultaten wordt aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor het aantreffen van onverstoorde archeologische waarden en wordt derhalve geen vervolgonderzoek geadviseerd.
Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)