De aanleiding voor het onderzoek was de herinrichting van het onderzoeksgebied. Het onderzoeksgebied fungeert nu als verbinding tussen de binnenstad van Delfzijl en het nieuwe Marconistrand. Hiertoe is in het gebied een dijkopgang gerealiseerd in een parkachtige omgeving.Binnen het onderzoeksgebied zijn resten van de Grote Kazerne aangetroffen, die in 1965 is gesloopt. De onder-grondse delen van de Grote Kazerne zijn destijds bij de sloop grotendeels in de bodem blijven zitten. Hierdoor, in combinatie met het vele vondstmateriaal dat is aangetroffen, is het mogelijk geweest om de (gebruiks)geschiedenis van de Grote Kazerne en dit deel van de vesting Delfzijl zeer goed in kaart te kunnen brengen. De resten van de kazerne waren uitzonderlijk goed bewaard gebleven.De Grote Kazerne dateert uit de 17e eeuw en is aangelegd bij de 17e-eeuwse uitbreiding van de vesting Delfzijl. Uit het onderzoek naar de bakstenen waaruit de kazerne is opgebouwd, blijkt dat de kazerne is opgebouwd uit destijds nieuwe bakstenen. De muren waren gefundeerd op houten planken. Onder het complex lagen op regelmatige afstand van elkaar drie lange, smalle en diepe tongewelfde waterkelders die vanaf de buitenkant van het complex door middel van een trap toegankelijk waren. Aan beide kanten van de kelders bevonden zich opvangputten voor regenwater. Ook lagen in het complex een groter aantal kleinere kelders, onder de vloeren van de barakken.Tussen de periode 1795 en 1814, ten tijde van de Bataafse Republiek, waren Franse troepen in de Grote Kazerne, door de Fransen Caserne du Centre genoemd, gelegerd. Tijdens de politiek spanningen tussen ‘Orangisten’ (aanhangers van het Huis van Oranje) en republiekgezinde ‘Patriotten’ was het gemeentebestuur van Delfzijl patriottisch en de Franse troepen werden met luid gejuich in Delfzijl ontvangen. Het belang van de vestingstad Delfzijl werd door het bestuur van de Bataafse Republiek al spoedig bij de Fransen onder de aandacht gebracht. De stad vormde immers één van de noordelijke corridors en zou voor de Engelsen, die heer en meester waren over de Noordwest Europese wateren, een eenvoudige prooi zijn. De Fransen onderkenden dit probleem en spoedig werden de vestingwerken van Delfzijl versterkt en werden de bestaande militaire gebouwen aangepast.Uit de opgravingsresultaten en uit de plattegronden van de kazerne uit het begin van de 19e eeuw (respectievelijk 1820 en 1823) blijkt dat de Grote Kazerne een omvang had van 130 x 9 m en dat de begane grond van het complex toen, aan het begin van de 19e eeuw, bestond uit 24 soldatenbarakken, acht ruimtes/barakken voor onderofficieren en twee officierspaviljoenen. De beide officierspaviljoenen lagen aan de kopse kanten en werden geflankeerd door twee keer vier onderofficiersbarakken. Hiertussen lagen de barakken voor de soldaten. In totaal kon op de begane grond van de Grote Kazerne waarschijnlijk aan circa 144 soldaten, acht onderofficieren en twee officieren onderdak verleend worden. Op de verdieping daarboven konden ofwel nog meer manschappen zijn gelegerd ofwel werd deze verdieping gebruikt voor andere doeleinden, zoals opslag van goederen.De voornamelijk militaire functie van het gebouw komt met name tot uiting in de aangetroffen metaalvondsten. De metaalvondsten met een militair karakter bestaan uit munitie, uniformaccessoires en wapens. De aangetroffen munitie bestaat vooral uit loden musket-/pistolet- en rottenkogels uit de periode 16e-19e eeuw. Van uniformen zijn vooral knopen gevonden, waarvan een deel is voorzien van een afbeelding waardoor ze aan het Franse of Nederlandse leger en/of aan een bepaalde legereenheid toegeschreven kunnen worden. Naast knopen zijn er resten van de kinriem en versteviging van een ‘sjako’ (een hoed die gedragen werd door soldaten), een onderdeel van een patroontas (giberne) en de sluiting van een uniformkraag gevonden. Ook deze objecten dateren uit de periode van het eind van de 18e tot en met de 19e eeuw. Aan wapentuig is onder meer een pareerstang van een officierssabel in Mamelukstijl, een ijzeren punt van een sabelkling, een voorbeugel van een sabel, een degenhanger, een ring, een schedepuntbeschermer, vuurketshouders, de punt van een pompstokhouder en een element om een vizier op te kunnen stellen gevonden. Deze vondsten dateren uit de 18e of 19e eeuw.Na de overgave van Napoleon en het vertrek van de Franse troepen uit Delfzijl op 23 mei 1814 werd de vesting (en dus ook de Grote Kazerne) weer overgenomen door het Nederlandse leger. De militaire functie van de kazerne verviel met de ontmanteling van de vesting Delfzijl na 1874. De kazerne werd daarna voor andere doeleinden gebruikt, onder andere als complex woonhuizen en als tijdelijk onderkomen voor de synagoge en de Zeevaartschool. In de Tweede Wereldoorlog werden de waterkelders onder het gebouw onder meer gebruikt als schuilkelders tijdens bombardementen. In april 1945 raakte het gebouw zelf zwaar beschadigd bij bombardementen op het centrum van Delfzijl, tijdens de bevrijding van Delfzijl. De kazerne is rond 1965, na een tijd in verwaarloosde toestand gestaan te hebben, gesloopt.Bij het onderzoek zijn verder ophooglagen aangetroffen die horen bij de 17e-eeuwse uitbreiding van de vesting Delfzijl, een voormalige (berm)sloot en resten van 20e-eeuws muurwerk. Dit muurwerk behoort tot de bedrijfsgebouwen van de firma Lommerts, die zich vanaf de jaren 1950/1960 op het terrein van de kazerne vestigde, en tot de bebouwing langs de voormalige Havenstraat. De bebouwing langs de Havenstraat bestond vanaf circa 1900 en is rond 1970 gesloopt. De bermsloot lag ten zuidwesten van de Grote Kazernestraat/Havenstraat en deed in eerste instantie, voordat het gebied ten zuiden van de Grote Kazerne bebouwd werd, dienst als perceelsloot die de weilanden ten zuidwesten van de kazerne omsloot.