In opdracht van Econsultancy bv heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Grobbenweg 4 in Zieuwent in de gemeente Oost Gelre. In het plangebied zullen vier pluimveestallen worden gebouwd aan de zuidoostzijde van de bestaande pluimveestallen. In de ondergrond zal een buizensysteem worden aangelegd voor een geconditioneerde luchtinlaat in de nieuw te bouwen pluimveelstallen. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat er op de zuidwestelijke helft van het plangebied archeologische resten voor kunnen komen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. Indien er een (gedeeltelijk) intact esdek aanwezig is op de zuidwestelijke helft van het plangebied dan komen de archeologische resten voor onder in het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont (dekzandrug) en is de kans op het voorkomen van resten hoog.De noordoostelijke helft van het plangebied ligt in een gebied van ten dele verspoelde dekzanden. Hier worden archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum, het Mesolithicum enhet Vroeg Neolithicum verwacht. Echter, de kans op aanwezigheid van Paleolithische, Mesolithische of Vroeg-Neolithische archeologische resten is laag. Dit vanwege het feit dat binnen het beekdalsysteem van de Baakse Beek en aangrenzende randzones geen archeologische vindplaatsen bekend zijn.Indien in de noordoostelijke helft van het plangebied een esdek aanwezig is, kunnen onder de ploeglaag archeologische resten voorkomen. Omdat het hier waarschijnlijk een jong esdek in een relatief nat gebied betreft, worden voornamelijk archeologische resten verwacht uit deMiddeleeuwen en Nieuwe Tijd. De kans op het voorkomen van archeologische resten is laag,maar indien aanwezig, zullen ze voorkomen in het esdek en in de top van de verspoelde dekzandafzettingen (circa eerste 25 cm).Uit het booronderzoek komt naar voren dat voor het gehele plangebied de bodem tot in de oorspronkelijke (verspoelde) dekzandafzettingen (C-horizont) verstoord is door graaf- of (diep)ploegwerkzaamheden. Hierdoor is de kans klein dat hier nog (intacte) archeologische resten aanwezig zijn.Het advies is om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.