ADC ArcheoProjecten heeft een Archeologische Begeleiding (conform protocol IVO-P, proefsleuven) uitgevoerd voor het plangebied aan de Peppelensteeg te Ede. In het plangebied zal een sportschool worden gebouwd, waarbij de fundering op ca. 1 m onder maaiveld wordt aangelegd. Uit het vooronderzoek blijkt dat zich op deze locatie een dekzandrug met een intact plaggendek bevindt. Op deze dekzandrug zijn de Romeinse vindplaatsen Ede Veldhuizen en Ede Kastelenlaan/Koekeltse Boslaan gesitueerd. De voorgenomen bouwplannen zouden de archeologische resten mogelijk verstoren.In het onderzoeksgebied is het uitgraven van funderingssleuven archeologisch begeleid. Het eerste doel was om te controleren of de werkzaamheden de archeologisch waardevolle niveaus zouden verstoren. Dit bleek niet het geval te zijn. Het sporenniveau bevond zich ca. 30 cm onder de maximale ontgravingsdiepte. Deze marge was ruim voldoende om het archeologisch niveau in situ te kunnen behouden. Vervolgens is gecontroleerd of de beschermende laag ook in de overige delen van het onderzoeksgebied aanwezig was. Dit is bij het begeleiden van het uitgraven van de funderingssleuven bevestigd. De archeologische begeleiding is daarop in overleg met het bevoegd gezag gestaakt.Het plangebied ligt op een uitloper van een dekzandrug aan de rand van de Veluwe. In het dekzand is oorspronkelijk een podzolbodem gevormd. Door (landbouw)activiteiten is de top van deze bodem verstoord en is een akkerlaag ontstaan. Hierboven is ten behoeve van de bodemvruchtbaarheid een plaggendek opgebracht.Rondom een profielkolom is de funderingssleuf tot net boven het sporenniveau uitgegraven. Bij het opschaven van het vlak zijn relatief veel scherven aardewerk verzameld uit een akkerlaag. Het aardewerk dateert uit de late prehistorie. Vermoedelijk behoren deze vondsten tot bewoningssporen uit de IJzertijd, die op de dekzandrug zijn aangetroffen. Of er zich daadwerkelijk sporen en structuren in het plangebied bevonden, kon niet worden vastgesteld.