Bouwhistorisch onderzoek naar de voormalige hoofdcentrale van de Haagse Gemeentelijke Telefoondienst uit 1951-1955 in Den Haag. In 1937 ontwierp gemeentearchitect D.C. v.d. Zwart een nieuw gebouw dat in 1942 gerealiseerd had moeten zijn. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging dit plan echter niet door. Na de oorlog werd het plan verder uitgewerkt door de architecten A. van der Vorst en G. Bakker van Gemeentewerken. Het gebouw werd tussen 1951 en 1955 gebouwd. Het ontwerp bestaat uit twee vrijwel identieke vleugels van vijf bouwlagen onder een plat dak die in een afgeronde hoek bij elkaar komen. Op deze hoek kwam een iets terugliggende dakopbouw. Op de hoek werden op de tweede en derde verdieping tussenverdiepingen gemaakt. Op de kopse kant van de zuidvleugel bevindt zich nog een klein lager bouwdeel van drie bouwlagen onder een plat dak. De gevels van de vleugels zijn identiek. Aan de straatkanten hebben ze een sterk verticaal karakter, in tegenstelling tot de gevel aan de binnenplaats die juist een horizontaal karakter hebben. De constructie bestaat uit een skelet van gewapend beton, met ronde kolommen. Alleen de tweede en derde verdieping van de vleugels hebben rechthoekige kolommen. Het gebouw werd van diverse gebouw gebonden kunstwerken voorzien (gevelsculpturen, muurschilderingen en een mozaïek).
In de loop der tijd vonden vooral wijzigingen in de interne indeling plaats. In 1988 vond er een gevelrenovatie plaats, waarbij alle stalen kozijnen op de verdiepingen aan de straatkant werden vervangen door aluminium kozijnen. De indeling van de vensters werd hierbij iets vereenvoudigd, waardoor de verticaliteit van de gevel werd afgezwakt. Tevens waren de aluminium kozijnen dikker dan de stalen, wat voor een ander aanzien zorgde. Op onbekend moment werd een deel van de stalen kozijnen aan de binnenplaats vervangen door houten kozijnen. In het interieur zijn veel afwerkingen, verhoogde vloeren en scheidingwanden van relatief recente datum.