De geïnterviewde woonde met een groot gezin op een boerderij in Groesbeek toen men in de herfst van 1944 via Duitsland naar Friesland moest evacueren. Haar vader was kort voor de evacuatie overleden omdat hij getroffen was door een granaat en ook haar (Duitse) moeder was toen gewond geraakt. Toen men een half jaar later uit Friesland terug kwam, was de boerderij afgebrand. Voordat de nieuwe wederopbouwboerderij kon worden betrokken, woonde het gezin twee jaar in een noodwoning.In het interview gaat het over de evacuatie, het alledaagse leven in Friesland (men logeerde toen ook op een boerderij), in de noodwoning in Groesbeek en in de nieuwe wederopbouwboerderij. De focus ligt daarbij op de werkverdeling tussen mannen en vrouwen.De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.
Date Submitted: 2009-05-13