geslacht: Manland van herkomst: Eritrealeeftijd aankomst NL: 28stad: Amsterdamvluchtreden: Coup van huidige Ethiopische machthebber(s) na Mengistu: ‘’Ze komen binnen [en] alle mensen die met de vorige regering gewerkt hebben, waren vijand. Dus we zijn verjaagd. En mijn vader [kolonel/militair/ korpschef/ politieofficier van de provincie] moest naar de gevangenis, ik ben ook in de gevangenis geweest. Twee jaar gevangenis en daarna ben ik gevlucht.”relaties met eigen gemeenschap: “Ik heb geprobeerd alles [Ethiopië/ Eritrea] even te onderdrukken, verder met mijn leven. Het is niet altijd gelukt. Op een gegeven moment komt het terug, komen er bepaalde problemen naar boven. Grote voorbeeld is de opvoeding van mijn kinderen.” Heel goed contact nu met familie. Kinderen zijn actief in ‘Eritrese maatschappij’, spreken de talen en gaan elke week naar Eritrese les. Over zijn Ethiopische restaurant: “Want dit is voor mijn moeder, mijn familie, mijn achtergrond waar ik me gewoon een ambassade van voel.” Verder zegt hij niets over relaties binnen eigen gemeenschap.opleiding: ICT niveau 2beroep land van herkomst: Ambtenaarwerk in NL: Eigenaar Ethiopisch restaurantkinderen: 2opvallend/bijzonder: “Als vluchteling ben je bezig. Je bent niet alleen bezig je geld te verdienen, je bent bezig met jezelf, met de maatschappij, met je kinderen, met je verleden. Je hersenen werken twintigduizend keer harder als die van normale mensen.” Sinds hij jong was, heeft de oorlog tussen Ethiopië en Eritrea veel impact gehad op het gebied van identiteit. “Daardoor, als je afkomstig uit Eritrea bent, was het gewoon een heel groot probleem. Het was gewoon die onzekerheid waar iets gecreëerd is rond de politiek, identiteit. Dat heeft bij mij ook een heel negatieve indruk gemaakt dat nationaliteit of identiteit een probleem kan zijn, ik had altijd het gevoel dat ik eigenlijk niet weet waar ik hoor en daardoor heb ik eigenlijk een hekel aan identiteit. Ik zie identiteit of nationaliteit als een etiket wat je krijgt. Het heeft mij nadeel en voordeel gegeven. Het voordeel van dit gedachtegoed is dat ik hier gewoon makkelijk ben aangepast, terwijl het niet makkelijk is. Dus op zich nationaliteit vind ik niet zo belangrijk, of ik uit Eritrea, Ethiopië of uit Nederland ben.” Verder heeft hij in het azc gelijk om vrijwilligerswerk gevraagd. “Ik [stond] te springen. Het maakte mij niets uit ik wilde gewoon even werken. Nou, dat was mijn redding. Ik ging daar kennismaken met die mensen [en] dat bedrijf [en hele dorp] bestond alleen maar uit blanke mensen. Geen enkele andere nationaliteit en de meeste medewerkers zijn tussen [de] 50 en 60, twee jongens tussen 20 en 30. [Ik heb] heel snel vriendschap opgebouwd met die twee. Binnen no time was ik in Laren een populaire jongen geworden. Binnen een jaar sprak ik Nederlands. [..] Later ben ik als medewerker begonnen bij een verfbedrijf, want ik had een kind, dus ik moest zorgen voor mijn kind, maar bij de gemeente werd ik gedwongen te stoppen. Omdat ik eerst een taalcursus en integratieprogramma’s moest volgen. Ik zei dat het niet nodig was en was binnen twee maanden klaar. Toen ben ik een ICT-cursus gaan volgen. De stichting [die moeilijke jongeren via ICT op het rechte pad, naar school of werk brengt] waar ik stage liep, vroeg mij gelijk voor een vaste baan. Voor mij was dat ook [het] tweede re-integratieprogramma in mijn leven. Ik had kinderen op dat moment, maar ik wist niet hoe ik in de maatschappij moest functioneren als vader en hoe de maatschappij functioneert naar mij toe, naar medemensen.[..] Ik moest alles leren zoals een kind, zo voelde het eigenlijk. […] Ik heb een fantastische carrière opgebouwd, echt de jongen die gevlucht is en niet wist waar hij naartoe moest, had door dat werk contact met ministers en dat soort dingen. Voordat ik gestopt ben daar, heb ik alles voor elkaar gekregen om dit restaurant te beginnen. Mensen die mij kennen, zeggen: jij kan beter dan dit. Wie zegt dat? Dit is waar ik [me] beter voel. Want dit is voor mijn moeder, mijn familie, mijn achtergrond waar ik me gewoon een ambassade van voel. Ik voel mij gewoon thuis hier, dus dit betekent veel.”
Ongekend Bijzonder is een oral history project. In totaal 248 vluchtelingen, vooral mensen die de afgelopen veertig jaar hun land noodgedwongen moesten verlaten, doen aan het project mee. In diepgaande, gefilmde interviews, vertellen zij hun levensverhaal. De focus ligt op hoe zij in Nederland een nieuw leven hebben opgebouwd en op hun bijdrage aan de vier grote steden van ons land.Behalve per stad is ook onderscheid gemaakt tussen de periode van binnenkomst. 4 x 50 interviews zijn gehouden met vluchtelingen die al enige tijd, soms tientallen jaren, in Nederland wonen. 4 x 12 interviews zijn gehouden met nieuwkomers. Het project is dus niet enkel een verslag van gebeurtenissen in het verleden, maar ook in het heden.Ieder interview is in EASY opgenomen als een afzonderlijke dataset. In deze datasets vindt u de video, de transcriptie en de beschrijving van het interview. Sommige interviews zijn op aanvraag, andere zijn toegankelijk voor in EASY ingelogde gebruikers.Bij de afronding van het project is het beheer van de interviews overgedragen aan de stadsarchieven. De afhandeling van aanvragen voor interviews op aanvraag vindt in eerste instantie plaats door Stichting BMP, en op termijn door het desbetreffende stadsarchief.Hieronder vindt u links naar de interviews voor zover beschikbaar. De overige interviews komen in de loop van 2016 beschikbaar.Het veld 'Temporal Coverage' van ieder interview bevat 3 tijdsaanduidingen:1. de periode tussen geboorte van geïnterviewde en de datum van het interview2. het jaar van aankomst in Nederland3. het jaar van erkenning als vluchtelingIndien het jaar van aankomst en jaar van erkenning als vluchteling gelijk zijn aan elkaar, staat 2x hetzelfde jaartal genoemd.