In opdracht van Bouwgroep Dijkstra Draisma heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november 2013 een archeologische opgraving uitgevoerd in verband met de voorgenomen nieuwbouw van het gemeentehuis te Hoogkarspel in de gemeente Drechterland. De opgraving (behoud ex situ) werd aanbevolen naar aanleiding van de resultaten van het waarderend proefsleuvenonderzoek. Na het hierop volgende negatieve selectiebesluit was echter formeel het archeologischonderzoek afgerond. Uiteindelijk is door de aannemer Bouwgroep Dijkstra Draisma, in overleg met de gemeente Drechterland, een beperkt budget beschikbaar gesteld, waardoor een deel van het plangebied alsnog kon worden opgegraven. Hiermee wilde de aannemer toch zo veel mogelijk voldoen aan het behoud van het bodemarchief, alhoewel dit formeel niet meer verplicht was. Voor behoud ex situ middels een opgraving is vervolgens het deel van zone 1, waar diepe bodemingrepenvoorzien waren, geselecteerd. Het doel van een archeologische opgraving is in principe het maximaal verzamelen van archeologische gegevens, d.w.z. het documenteren en afwerken van alle grondsporen, het verzamelen van alle vondsten en het voldoende bemonsteren van potentieel rijke vullingen of bodemlagen (behoud ex situ). Gezien de beperkende kaders (financieel en procedureel) van het onderzoek (zie hoofdstukken 1 en 4), de veelheid aan te verwachten archeologische sporen en de relatieve grootte van het plangebied zijn echter keuzes gemaakt.Tijdens het onderzoek is in de ondergrond van het plangebied het getijdenlandschap met een kleine zandige kreekrug intact aangetroffen. Alhoewel uit de aangetroffen bodemopbouw bleek dat het niveau waarin sporen uit de Bronstijd verwacht konden worden nog aanwezig was, zijn helaas geen sporen uit deze periode aangetroffen. Dit is niet geheel verwonderlijk aangezien in de top van de getijdenafzettingen geen bodemvorming is waargenomen. Gezien de geringe omvang van de opgravingsputten is het zeer waarschijnlijk dat dergelijke greppels buiten de put wel degelijk nog aanwezig kunnen zijn. Evenals in het proefsleuvenonderzoek zijn tijdens de opgraving sporen van de middeleeuwse verkaveling aangetroffen. Deze kavelsloten werden aangelegd ten behoeve van de ontginning van het veengebied, vermoedelijk gedurende de 12e eeuw. Dit blijkt uit de datering van het hierin aangetroffen aardewerk. In de afdekkende cultuurlaag is wel aardewerk uit de Nieuwe tijd waargenomen. Binnen de percelen die door het graven van de kavelsloten zijn ontstaan, blijken in het plangebied daliegaten te zijn aangelegd in dezelfde periode. In het opgegraven areaal bevonden zich zes van dergelijke sporen. Met deze opgraving is het onderzoek in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen erop dat in aangrenzende gebieden buiten het terrein van de nieuwbouw van het gemeentehuis met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen.
Gemeente Drechterland Archeologisch onderzoek: een opgraving