Aanleiding tot het uitvoeren van een archeologisch onderzoek vormt de voorgenomen herindeling van een terrein in de dorpskern van Bedum. Omdat de realisatie van deze plannen gepaard gaat met verstorende ingegrepen in de bodem, dienen voorafgaand hieraan de archeologische waarden in en om de onderzoekslocatie vastgesteld te worden. Dit is in overeenstemming met het Verdrag van Malta, dat de bescherming van het cultureel erfgoed beoogt.De archeologische verwachting stelt: Bedum ontstaat mogelijk als handelsterp in de Middeleeuwen. Het aantreffen van structurele bewoningssporen uit oudere perioden lijkt niet aannemelijk. Het is derhalve zaak om tijdens het inventariserend veldonderzoek nauwgezet aandacht te besteden aan de mate van intactheid van het bodemprofiel en eventuele aanwijzingen voor antropogene cultuurlagen hierin. Het inventariserend veldonderzoek (IVO) zal door middel van grondboringen en een oppervlaktekartering het hier gepostuleerde archeologische verwachtingsmodel verifi¨eren en waar mogelijk aanvullen met waarnemingen. Het inventariserend bodemonderzoek toont aan, dat alleen bij de boorpunten 7, 8 en 9 nog een restant van de terp van Bedum aanwezig is. Het veenrestant dat is aangetroffen in boring 7 kan mogelijk worden gekoppeld aan het veenpakket dat tijdens de opgraving in de Walfriduskerk is gedocumenteerd (Kooi 1996, fig. 2). Dit veenrestant lijkt echter verstoord. Verder is in de bodem ten zuiden van het parkeerterrein alleen de woudlaag aangetroffen. Deze laag is gevormd door agrarische activiteiten net buiten de terp zelf, en ligt in de zogenaamde ‘valge’. Het fosfaat in de daaronderliggende kleilaag moet eveneens tijdens de agrarische activiteiten zijn ingebracht. Het terrein lijkt te liggen op de overgang van de terp naar de valge. Het is echter mogelijk dat bij de aanleg van de huidige bebouwing op en naast dit terrein de eventueel aanwezige terplagen zijn verdwenen of zijn verstoord. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat er bij de boorpunten 7–9 een terprestant is aangeboord en daarbuiten zijn aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van de bijbehorende valge.
Date: 16-03-2006 (aanvang onderzoek)
Date: 2006