In opdracht van Kragt Vastgoed B.V. heeft RAAP in september en oktober 2020 een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Bredaseweg 387 te Tilburg. In het noordelijke deel van het plangebied worden nieuwbouwwoningen voorzien. De exacte woningbouwlocaties en de dieptes van de grondwerkzaamheden zijn nog niet geconcretiseerd. Het onderzoek vindt plaats in het kader van het voortraject voor een omgevingsvergunning.BureauonderzoekHet plangebied bevindt zich op een dekzandrug of -plateau uit het laat pleistoceen waar vanaf de middeleeuwen een circa 50 cm dik humusrijk dek is opgebracht. Op basis van de archeologische onderzoeken die nabij het plangebied hebben plaatsgevonden, blijkt dat er een hoge potentie is op het aantreffen van archeologie maar dat deze in veel gevallen door de aanwezige bebouwing is verstoord.Momenteel zijn er geen resten bekend in de omgeving van het plangebied. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied tot 1916 in gebruik was als akkerland. In de periode 1916-1918 werd de huidige villa, theehuis en plantsoen aangelegd. Op de historische kaart van 1938 staan in het plangebied nog twee andere gebouwen aangeduid. Deze gebouwen worden uiteindelijk gesloopt, waardoor ze op de kaart van 1967 niet meer staan aangegeven.VeldonderzoekIn het plangebied komt dekzand voor met hierin restanten van een podzol. Bovenop de podzol is een humeus dek opgebracht. Dit dek is vervolgens in delen van het plangebied overstoven. Uiteindelijk is bovenop het stuifzand weer een humeus dek opgebracht. Oorspronkelijk bevatte het plangebied meer reliëf, met een laagte in de zuidwestelijke hoek. gespecificeerde verwachting op basis van bureau- en veldonderzoek- hoge verwachting voor nederzettingsresten en resten van randactiviteiten uit het neolithicum tot en met de late middeleeuwen (grondsporen met weinig tot geen vondsten) ;- hoge verwachting voor resten van gebouwen vanaf 1916 (muurrestanten, grondsporen met mogelijk vondsten);- hoge verwachting voor resten van randactiviteiten uit de nieuwe tijd, met name perceleringsgrenzen (grondsporen met weinig vondsten).Archeologische resten uit de middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen al vanaf 30 cm –mv aangetroffen worden(namelijk in het stuifpakket). Oudere resten kunnen vanaf 55 cm –mv (14,21 m +NAP) zichtbaar aanwezig zijn (C-horizont).AdviesAangezien de (mogelijk aanwezige) archeologische resten zich relatief ondiep in het plangebied kunnen bevinden, worden deze resten zeer waarschijnlijk bedreigd door de nog-niet-geconcretiseerde inrichtingsplannen. Allereerst wordt geadviseerd om de plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen of dat verstoringen beperkt zullen worden tot het minimale. Zo kunnen de archeologische resten (grotendeels) in situ behouden blijven.Omdat planaanpassing waarschijnlijk niet voldoende zal zijn, wordt geadviseerd om de bedreigde zones door middel van proefsleuven of een begeleiding verder te laten onderzoeken. Voordat de archeologische werkzaamheden van start kunnen gaan dient een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE) opgesteld te worden.Voordat archeologisch onderzoek en de bouwwerkzaamheden kunnen plaatsvinden dient een aantal bomen verwijderd te worden. Geadviseerd wordt om de stobben te verwijderen door middel van frezen. Deze methode is het minst schadelijk voor het archeologische niveau.Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Tilburg, de ze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.
Date: 2020-09-25
