24.090 Arcen - Kasteel Arcen

DOI

Kasteel Arcen, gelegen aan de Lingeforterweg in Arcen, beslaat een omgracht terrein waarop meerdere gebouwen uit verschillende periodes aanwezig zijn. Om meer inzicht te krijgen in de ouderdom van de verschillende gebouwen is op 12 december 2024 een aantal boormonsters genomen uit verschillende gebouwen voor dendrochronologisch onderzocht.

Allereerst is er het kasteelgebouw zelf. Hier zijn alleen elemeneten op de zolder bemonsterd. Op de zolder zijn drie kappen aanwezig; twee kappen aan de voor en achterzijde over de breedte van het hoofdvolume. Een derde kap bevindt zich boven de zuidelijke zijvleugel. De noordelijke zijvleugel is niet meer aanwezig en een deel van de voorste kap boven het hoofdvolume is vervangen door naaldhouten gebinten. In de overige delen (inclusief de andere gebouwen) is enkel eik (quercus spp.) gebruikt). Op de zolder zijn zes boormonsters genomen, waarbij de kwaliteit van het hout en niet zo zeer de hoeveelheid hout een beperkende rol speelde. De enige dateringen voor het kasteel zijn afkomstig uit de zijvleugel. Hier zijn twee balken afkomstig uit dezelfde boom (waarvoor de boom-middelcurve 24.090.B01 gemaakt is), waar een derde monsters aan toegevoegd kan worden, resulterend in de middelcurve 24.090.M01. Deze middelcurve kan gedateed worden in 1724. De aanwezigheid van de wankant op een aantal monsters betekent dat een kapinterval in de herfst of winter van 1724/25 bepaald kan worden.

Uit het poortgebouw zijn elf boormonsters genomen, verdeeld over twee verschillende bouwfases. Beide bouwfases bevinden zich in het westelijke deel van het poortgebouw. Het noordelijke deel hiervan bevat vijf (toegankelijke) gebinten en een oppervlakkig verkoolde moerbalk in de toren boven de poort. Twee gebinten bevonden zich in een afgesloten ruimte en waren niet toegankelijk. De betere houtkwaliteit betekent dat het dateren weinig problemen opleverde. Vier van de vijf monsters kunnen opgenomen worden in de middelcurve 24.090.M02 die vervolgens weer gedateerd kan worden in 1653. Aan de hand van de aanwezige wankanten kan bepaald worden dat het hout in de herfst of winter van 1652/53 en 1653/54 gekapt is. De tweede bouwfase bevindt zich aan de zuidkant van het westelijk deel. Deze bestaat uit twee gebinten en twee halfspanten. De houtkwaliteit lijkt op die van het eiken in het kasteel; betrekkelijk korte jaarringreeksen met een grillig jaarringpatroon. Hier zijn vijf van de zes monstrer in eerste instantie op visuele wijze onderling gesynchroniseerd tot de middelcurve 24.090.M03. Hiermee wordt de indviduele variatie onderdrukt zodat zuiver(der) jaarringreeks overblijft die op conventionele wijze gedateerd kan worden. De laatste jaarring valt in dit geval 1706. Wederom kan aan de hand van de wankant op enkele monsters een exact kapseizoen bepaald worden, namelijk de herfst/winter van 1706/1707 en het voorjaar van 1707.

In het koetshuis bestaat het aanwezige oorspronkelijk hout uit vier gebinten; drie in de noordvleugel en één in de oostgvleugel. Hiervan zijn alleen de moerbalken bereikbaar, waarvan er drie oorspronkelijk zijn en er twee in geschikt bleken voor onderzoek. Ondanks de uitstekedende kwaliteit kon alleen de moerbalk in de oostvleugel gedateerd worden. De datering van de laatste jaarring in 1709 komt neer op een kapseizoen in 1709/10. Het lijkt aannemelijk dat het eikenhout direct of anders kort na de kap verwerkt is. Dit zou neer komen op bouwactiviteiten in 1725 (kasteel), 1654 en 1707 (poortgebouw) en 1710 (koetshuis). Voor gedateerde monsters waar geen wankant aanwezig is is een kapinterval geschat. Hierbij wordt uitgegaan van het te verwachten aantallen spintringen. Deze statistieken zijn gebaseerd op oudere bomen met gemiddeld meer spinthoutringen. Deze schattingen vallen in dit geval stelselmatig te hoog uit. De dateringen met een exact kapseizoen moeten hier aangehouden worden voor verdere interpretatie.

Voor de herkomst van hout zijn geen sterke aanwijzing. De meeste dateringen zijn moeizaam tot stand gekomen. Juist het ontbreken van goede indicaties doet vermoeden dat er eikenhout met een lokale of regionale herkomst gebruikt is, bijvoorbeeld landgoederen die aan het kasteel toebehoorden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.34894/JW89RK
Metadata Access https://dataverse.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.34894/JW89RK
Provenance
Creator van Daalen, Sjoerd ORCID logo
Publisher DataverseNL
Contributor van Daalen, Sjoerd
Publication Year 2025
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess false
Contact van Daalen, Sjoerd (Van Daalen Dendrochronologie)
Representation
Resource Type Dataset
Format image/jpeg; application/pdf; image/x-freehand
Size 1883066; 2473705; 3022139; 3372191; 2490098; 2472812; 2825301; 2213362; 3049057; 2527219; 2609264; 3408950; 3537509; 3473854; 2773844; 3482253; 4253099; 2710546; 3963356; 4570155; 1438207; 16132
Version 1.0
Discipline Humanities