De aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) is de bestemmingsplanwijziging voor het onderzoeksgebied in verband met de bouw van een nieuwe ligboxenstal. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is er een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. DLV Bouw, Milieu en Techniek BV heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. Het onderzoek bestond uit een bureaustudie en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied in een rivierkomvlakte met kalkloze drechtvaaggronden ligt. Het gebied heeft een middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden op de IKAW. In Archis zijn er geen onderzoeken ter plaatse van of vondsten uit het onderzoeksgebied bekend. Wel zijn in de directe nabijheid van het onderzoeksgebied vondsten gedaan van metalen voorwerpen (met name munten) uit de 15e-19e eeuw en aardewerkvondsten door amateurarcheologen. Er zijn ook vondsten vanaf het mesolithicum bekend uit de omgeving van het onderzoeksgebied, vooral van de oever van de Lek. Het onderzoeksgebied ligt meer landinwaarts, waar de trefkans op vergelijkbare resten kleiner is. Dit komt overeen met de lage kans voor het aantreffen voor archeologische waarden die het gebied heeft op de CHS Zuid-Holland. Alleen de zuidrand staat met een redelijke tot grote kans voor het aantreffen van archeologische resten op deze kaart aangegeven. De monumentterreinen met rivierduinen die in Archis staan aangegeven liggen op vergelijkbare afstand van de huidige Lek. Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit een bouwvoor van zwak zandige, matig humeuze klei, met hieronder rivierklei van de Lek (matig siltig, matig roestig, kalkloos) tot een diepte van 0,50-0,90 m-mv. Hieronder is een pakket veen aanwezig dat deels bestaat uit broekveen/bosveen. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een oud loopvlak of zandopduikingen (rivierduin/donk). In de boringen en tijdens de oppervlaktekartering zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen.Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen dat in het onderzoeksgebied archeologische resten aanwezig zijn. Daarom is er geen vervolgonderzoek noodzakelijk. Er wordt aanbevolen het onderzoeksgebied vrij te geven. Wanneer bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden onverhoopt grondsporen en/of vondsten worden aangetroffen, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij het bevoegd gezag, gemeente Nederlek.