Naar aanleiding van de voorgenomen nieuwbouw aan het Molenplein in Den Helder, heeft ADC ArcheoProjecten een archeologisch inventariserend veldonderzoek in de vorm van Proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd binnen het plangebied “Stadshart Molenplein 3”. Vooronderzoek heeft aangetoond dat op deze locatie archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Door de voorgenomen bouwwerkzaamheden dreigen deze archeologische resten verloren te gaan. De bevoegde overheid heeft bepaald dat deze eventueel aanwezige resten voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden onderzocht moeten worden.Tijdens het onderzoek zijn sporen en vondsten van één of meerdere panden uit de 19e eeuw gevonden. Deze bevonden zich aan de onderzijde van de maximale verstoringsdiepte, op circa 2mmv.De restanten zijn in de werkputten niet begrenst. Op basis hiervan is er aanleiding om te veronderstellen dat restanten van deze bebouwing zich verder uitstrekken buiten werkput 1.Op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek adviseert ADC ArcheoProjecten het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling tot 1,5 m beneden het huidige maaiveld (omgerekend 1,1 m – NAP). Zolang de huidige grondwaterstand wordt gehandhaafd, blijft de conserveringstoestand goed. De archeologische buffer is echter wel krap (ca. 50 cm). Met het aanbrengen van de funderingen dient extra opgelet te worden, dat deze buffer intact blijft. Als aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, dan adviseert ADC ArcheoProjecten de bevoegde overheid verder onderzoek te doen rondom werkput 1, waar de houten en bakstenen funderingen zijn aangetroffen. De oppervlakte hiervan is afhankelijk van de locatie van de nieuwbouw. Werkput 2 bleek nauwelijks archeologische sporen te bevatten en was bovendien grotendeels verstoord.ADC ArcheoProjecten adviseert om dit deel zonder voorbehoud vrij te geven voor verdere ontwikkeling tot op 2 m beneden het huidige maaiveld (omgerekend 1,6 m – NAP).