Voor de uitbreiding van de schuur wordt een nieuwe fundering uitgegraven tot een maximale diepte van 1,20 m+NAP en met een breedte van circa 1 m. Met uitzondering van boring 1 ligt de top van de aangetroffen wierdelagen onder deze diepte en worden ze niet aangetast door de graafwerkzaamheden. Op de locatie van boring 1 wordt de top van de wierdelaag wel geraakt. Echter, het gaat om zo’n klein deel dat verstoord gaat worden, dat de archeologische informatie die hieruit gehaald kan worden niet opweegt tegen de tijdsinvestering die een archeologisch vervolgonderzoek met zich mee zou brengen.