In opdracht van de Gemeente Zaltbommel heeft het onderzoeks- en adviesbureauBAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoekmet behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebiedMolenstraat te Kerkwijk.Landschappelijk gezien bevindt zich plangebied zich op een oeverwal en deaanliggende ‘rivierkom en oeverwalachtige vlakte’. In de diepere ondergrondbevindt zich de stroomgordel van Zaltbommel – Nederhemert die actief wastussen 5586 en 4671 B.P. De oeverwalafzettingen binnen het plangebied behorenwaarschijnlijk tot de jongere Bruchum-stroomgordel (actief tussen 2736 en 1662B.P.). Binnen het plangebied komen poldervaaggronden voor. Er zijn geenaanwijzingen voor bodemverstorende ingrepen in het verleden gevonden ener zijn vooralsnog geen archeologische waarden binnen het plangebied bekend.Op basis van het bureauonderzoek bestaat een lage archeologische verwachtingop resten uit de periode paleolithicum – mesolithicum, een hoge verwachting opresten uit de periode neolithicum – Romeinse tijd, een middelhoge verwachtingop resten uit de middeleeuwen en een lage verwachting op resten uit de nieuwetijd.Tijdens het veldwerk werd vastgesteld dat in het oosten en midden van hetplangebied een bijna 150 centimeter dik kleipakket op zand met kleilagen isgelegen. Het zandpakket wordt gevormd door afgedekte beddingafzettingenvan de Zaltbommel - Nederhemert. In de top van het kleipakket is onder debouwvoor een humeus niveau van variabele dikte aangetroffen. Dit niveau is hetdikst in het noorden en oosten van het plangebied en is gevormd in de top vande oeverwal van de Bruchum-stroomgordel of als gevolg van het inversiereliëf datis ontstaan door de aanwezigheid van afgedekte beddingafzettingen van de deZaltbommel - Nederhemert. Hoewel er geen directe aanwijzingen voor deaanwezigheid van archeologische resten zijn gevonden kan niet wordenuitgesloten dat zich ter hoogte van de boorpunten 1, 2, 3 en 5 nog intactearcheologische waarden in en onder het humeuze niveau bevinden. Voor degronden ter hoogte van de boorpunten 4, 6, 7 en 8 wordt kans hierop kleingeacht.