MUG Ingenieursbureau b.v. adviseert om in het onderzoeksgebied archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische (sloop)begeleiding (opgraving, variant begeleiding). Het bevoegd gezag, gemeente Tynaarlo, heeft echter aangegeven dat in het onderzoeksgebied eerst een archeologisch proefsleuven-onderzoek uitgevoerd dient te worden om te bepalen of zich daadwerkelijk een archeologische vindplaats binnen het gebied bevindt. Op basis hiervan kan dan een beslissing worden gemaakt of het wel of niet noodzakelijk is vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische opgraving (al dan niet onder variant begeleiding) uit te voeren. De proefsleuven dienen te worden aangelegd op de locaties van de nieuwbouw. Onderzoek Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen sloop van de boerderij aan Hooiweg 23 in Eelde en de nieuwbouw van twee vrijstaande woningen binnen het onderzoeksgebied. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeks-gebied een hoge archeologische verwachting heeft op resten uit de late prehistorie, de Romeinse tijd en de late middeleeuwen/nieuwe tijd. Uit het booronderzoek blijkt dat er binnen het onderzoeksgebied een intacte bodemopbouw is, bestaande uit dekzand (B/C- of C-horizont) met hierop een es- of landbouwdek. De top van het dekzand ligt op een diepte tussen 0,8 tot 1 m-mv. In boring 1 is onder het es- of landbouwdek een mogelijke sloot-bodem waargenomen. Twee boringen moesten worden gestaakt wegens de aanwezigheid van ondoordringbaar puin. De geplande ingrepen voor de nieuwbouw reiken tot in de ongestoorde top van het dekzand en door het oude es- of landbouwdek. In zowel de top van het dekzand als het es- of landbouwdek kunnen zich archeologische resten bevinden. Voor het uitvoeren van een archeologisch proefsleuvenonderzoek is een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen noodzakelijk.