Inleiding In opdracht van MVOI heeft RAAP van op 6 en 7 mei 2019 een archeologische opgraving, variant begeleiding uitgevoerd in het kader van het project ‘knelpunt 5’ in de gemeente Eijsden-Margraten. Het voornaamste doel van het onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie (behoud ex situ).Landschap 1. Het knelpunt ligt in een reliëfrijk gebied waar vanouds veel erosie is opgetreden. Een groot deel van de erosie kan al zijn opgetreden in het Pleistoceen of Vroeg Holoceen. Analyse van de kolomprofielen maakt duidelijk dat er in het plangebied sprake is van een zeer heterogene bodemopbouw. Globaal genomen kunnen volgende bodems onderscheiden worden: In het uiterste westen kan de bodem geclassificeerd worden als zogenaamde terrashellinggronden. Hier bevinden de grindrijke Maasafzettingen zich zeer dicht nabij het maaiveld. Waarschijnlijk is een groot deel van het lösspakket geërodeerd. Centraal in het knelpunt is het bovenliggende lösspakket dikker. Een duidelijk ontwikkelde kleiinspoelingslaag (Bt-horizont) is hier niet vastgesteld en is vermoedelijk geërodeerd. De bodem kan hier bijgevolg geclassificeerd worden als ooivaaggrond ontwikkeld in löss in situ. In het uiterste oostelijke deel van het knelpunt zijn grindrijke Maasafzettingen niet geconstateerd. Hier wordt de bodem gekenmerkt door een dik pakket leem. De bodem kan hier geclassificeerd worden lösshellinggronden. Het betreft meer specifiek ooivaaggronden zowel ontwikkeld in löss in situ als in een dun pakket colluviale löss.Archeologie Er zijn vier vondsten aangetroffen, allemaal in de bouwvoor. Twee vuurstenen artefacten hebben waarschijnlijk een neolithische origine. Ze duiden eerder op randactiviteiten. Het wordt niet verwacht dat een nederzetting aanwezig was in het plangebied omdat er dan meestal wel wat diepere sporen bewaard zijn gebleven en er in de bouwvoor en onderliggende lagen meer vondsten van aardewerk, etc., aanwezig zijn. Twee keramische scherven uit de late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd staan vermoedelijk in verband met agrarische activiteiten.Conclusie Op basis van het onderzoek wordt geconcludeerd dat er in het plangebied geen aanwijzingen zijn voor een behoudenswaardige archeologische vindplaats. Er zijn geen archeologische dichte vondstconcentraties of archeologische grondsporen aangetroffen.
Issued: 2019-05-07