Boren in het Boornedal

DOI

Tussen 2004 en 2010 is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (en diens voorgangers) een geo-archeologisch onderzoek verricht in het Boornedal nabij Oldeboorn. Doel was het verwerven van inzicht in vaststellen van de aard en conservering van het afgedekte pleistocene landschap in en langs het dal van het riviertje de Boorne. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is het waarderen van een aantal geselecteerde vindplaatsen (en het ontwikkelen van een methodiek daarvoor) volgens de criteria van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), waarbij expliciet wordt gekeken naar de mogelijke chronologische relatie tussen de vindplaatsen en de lithostratigrafie in het dal van de Boorne. Het geo-archeologische onderzoek richtte zich op de lithostratigrafie. De resultaten worden in dit rapport besproken.Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de pleistocene ondergrond geleidelijk verdronken is. Alleen in het dal zijn aanwijzingen gevonden voor erosie van dit dekzand. In de hogere delen van dit pleistocene landschap zijn bodemhorizonten herkend. De overgang tussen het zand en afdekkende veen is veelal geleidelijk en in de top van het zand is doorworteling zichtbaar. Dit is een aanwijzing dat op de onderzochte locaties het pleistocene substraat grotendeels goed bewaard is gebleven, met uitzondering van enkele diepere insnijdingen.Opvallender is de geringe ouderdom van het door ons in het onderzoeksgebied onderzochte veen: in de lage delen is dit pas vanaf het Midden-Neolithicum gaan groeien. Op basis van eerder onderzoek is aannemelijk dat de hogere delen zelfs pas vanaf de Midden-Bronstijd bedekt zijn geraakt met veen. Er zijn echter meer dateringen nodig om hierover generiek uitspraken te kunnen doen die ook regionale geldigheid hebben.Op basis van de huidige gegevens luidt de conclusie dat op locaties met archeologische resten uit het Mesolithicum mogelijk alleen nog anorganische resten aanwezig zijn. De organische archeologische resten lijken zich te beperken tot de periode tussen het Midden-Neolithicum en de Midden-Bronstijd. De afdekking met veen en klei heeft als positief resultaat dat eventuele aanwezige archeologische resten op een dermate grote diepte liggen dat de kans klein is dat deze door modern landgebruik zijn aangetast.Kortom de kans is groot dat de ruimtelijke integriteit (spreiding van vondsten en structuren) van deze archeologische resten hoog is.

Rapportage Archeologische Monumentenzorg 208

Date: 2013-01-09

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x2a-5psr
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x2a-5psr
Provenance
Creator B.I. Smit; O. Brinkkemper
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.J. Heiden, van der; A. Müller (ADC ArcheoProjecten); M.J. van der Heiden (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); S. Dresscher; M. Haars (BCL-Archaeological Support); Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Publication Year 2013
Rights CC-BY-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Contact M.J. Heiden, van der (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Representation
Resource Type Dataset
Format image/jpeg; audio/midi; application/vnd.mif; application/pdf; text/csv; text/xml
Size 933053; 1006230; 802464; 867789; 726331; 742113; 798296; 952537; 922365; 1123301; 831191; 5704; 71699; 107464; 349; 2669; 54; 294; 48; 1595; 6250085; 2705; 4047; 610; 6700; 10667; 42500; 3; 261; 18; 764; 1521541; 4; 484; 231; 4459; 296341; 86657; 18481; 2272; 14654; 17119; 13885; 38980; 1904; 11796; 11281; 9392; 38403; 2173; 13845; 13024; 10767; 39113; 1206; 8237; 7642; 6681; 38401; 1504; 9250; 9469; 8027; 38308; 3573322; 46318; 1569784; 11249; 321020; 6; 356; 95592; 361; 1146; 69; 2021; 11012; 6265; 222; 4132; 1404; 72; 1476; 4736; 858; 32; 956; 52; 387; 1782; 2585; 8954; 8169; 92303; 2644389; 2712464; 2700937; 2723291; 2728338; 2486515; 2759079; 2643019; 2544312; 2552687; 61242; 4555; 96026; 1451859
Version 2.0
Discipline Humanities