De heer Meijer (Max) Hamburger vertelt dat hij reeds voor de bezetting begonnen was met zijn medicijnenstudie (Amsterdam). Hiermee moest hij in 1942 stoppen. Tijdens zijn studie lukte het hem om in het ziekenhuis verzetsstrijders te helpen. Nadat de deportaties begonnen waren, werkte hij gedurende een korte periode voor de Joodse Raad. Hij beschouwde dit als collaboratie, stopte ermee en ging werken in het Joodse Ziekenhuis. Op een gegeven moment werd hij naar het Portugese ziekenhuis gestuurd om te assisteren bij de sterilisatie van gemengd gehuwden. Hij weigerde dit en kwam uiteindelijk terecht bij een verzetsorganisatie: hij assisteerde bij het vervalsen van identiteitsbewijzen. Van begin oktober tot half december 1943 zat hij samen met zijn moeder en toenmalige vrouw ondergedoken in de advocatenpraktijk van Lau Mazirel.Door verraad werden ze op 15 december 1943 gearresteerd. Vlak voor Kerst 1943 kwam Hamburger in Westerbork aan en hij werd in februari 1944 op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau. Het lukte hem om in het artsenteam terecht te komen.Eind april 1944 werd hij naar kamp Wustegierdorf gestuurd waar hij als eerste hulp-arts werkte. Toen eind februari 1945 de Russen naderden werden hij en de anderen op transport gezet naar Flossenburg. Hij zat hier tot 27 maart 1945, waarna de groep naar kamp Ohrdruf werd gestuurd.In Ohrdruf moest hij zwaar werk verrichten. Hij sjouwde stenen in de Stollen. Begin april 1945 naderden de Amerikanen en begon de dodenmars naar Buchenwald. Daar kwam Hamburger vlak voor de bevrijding aan. Hamburger was enorm verzwakt en kon niet meer lopen.Na de bevrijding verbleef hij in het ziekenhuis. Op 15 mei werd hij overgevlogen naar Nederland. Het duurde een aantal jaren voor hij weer was hersteld. Tijdens zijn ziekbed voltooide hij zijn studie medicijnen. Hij werkt tegenwoordig (2001) nog steeds met oorlogsslachtoffers en vluchtelingen. Hij vindt het belangrijk om medemensen in nood te helpen.
Date Submitted: 2015-03-02