ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Kraai te Boxmeer (afb. 1 en 2). Aanleiding is de voorgenomen woningbouw. De exacte verstoringsdiepte is nog onbekend. Bij dit onderzoek wordt uitgegaan van verstoring van de bodem tot ca. 2 m -mv.Uit het bureauonderzoek volgt dat het plangebied op terrasafzettingswelvingen ligt die mogelijk zijn bedekt met dekzand. Ten oosten van het plangebied ligt een oude Maasgeul. Indien de bodem intact is, kan een enkeerdgrond worden verwacht met in de ondergrond een podzolbodem. Een oud bouwlanddek zal een conserverende werking hebben gehad op eventueel aanwezige archeologische resten. Door de redelijk gunstige landschappelijke ligging is het onderzoeksgebied vermoedelijk al bewoond geweest vanaf de Steentijd. Uit de periode Laat Paleolithicum-Vroeg Neolithicum worden complextypen zoals jachtkampjes verwacht en uit latere perioden, tot en met de Nieuwe tijd, nederzettingsterreinen, huisplaatsen en grafvelden. In de 17e eeuw is het Karmelietessenklooster ten noorden van het plangebied gebouwd. Mogelijk is er in het plangebied bebouwing aanwezig geweest dat hiermee verband houdt. Op historisch kaartmateriaal is geen aanwijzing gevonden voor vroegere bebouwing in het plangebied. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen en aan te kunnen vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Uit het booronderzoek blijkt dat de ondergrond bestaat uit grofzandige rivierafzettingen (Formatie van Beegden) met hierboven, vanaf gemiddeld 150 cm – mv, dekzand (Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel). Er is geen intact plaggendek of intacte onderliggende podzolbodem aangetroffen. Boven de natuurlijke afzettingen bevindt zich een ca. 40 tot 80 cm dikke, rommelige, bruingrijze of bruingele bouwvoor met grind en puinresten. In één boring is een restant van een podzolbodem aangetroffen, in de vorm van een verrommelde BC-horizont.