In grote delen van het onderzoeksgebied is slechts een klein deel van de moderne bouwvoor verwijderd of deels alleen een gedeeltelijk verzakt talud (verstoorde bodem). In tracédelen X, 1a, 1b (langs het Hoogepandstermaar), 4 en de westelijke helft en het oostelijke uiteinde van tracé deel 5, konden om deze reden geen waarnemingen gedaan worden. Slechts in twee tracédelen (2b en een het middendeel van 5) zijn relevante archeologische waarnemingen gedaan.Vindplaats 1 in tracédeel 5 betreft een klein dwarsslootje, min of meer haaks op het Startenhuistermaar. Rond vindplaats 2 (ten noorden van de wierde ten westen van de N999) in tracédeel 2b, lijkt de demping van een vermoedelijk oudere fase van het Startenhuistermaar erop te wijzen dat de waterloop door mensenhanden is aangepast of zelfs genormaliseerd. In ditzelfde tracédeel is in een andere deels dichtgeslibde en deels gedempte waterloop een scherf vermoedelijk terpaardewerk uit de (late) ijzertijd of Romeinse tijd aangetroffen. Iets ten westen hiervan werd in een (sub)recente bouwvoor een scherf kogelpotaardewerk aangetroffen. De scherven kunnen wijzen op bewoning in de nabijheid (van de wierde) tijdens de genoemde perioden.