De vindplaats laat zich karakteriseren als een bewoningsplek uit de Late Middeleeuwen gelegen binnen een stroomgordel waarbij oeverwaldoorbraken van invloed zijn geweest op de conserveringstoestand. Afzettingen afkomstig van latere dijkdoorbraken hebben de vindplaats bedekt. Van het oorspronkelijke loopniveau zijn geen resten teruggevonden. Binnen het onderzochte deel van het plangebied ‘Bloemstraat fase 3’ is minimaal ´e´en boerderij aan te wijzen. Ten oosten van de bewoningssporen zijn aanwijzingen gevonden voor erven en akkerpercelen in de vorm van ingegraven potten, spiekers en oostwest georiënteerde greppels. Binnen de erven zijn geen waterputten aangetroffen zoals op de vindplaats ‘De Driehoek’. De bewoning heeft zich afgespeeld in de vorm van lintbebouwing die zich uitstrekt langs de Stadswal tot aan de Bloemstraat. Bestaande bebouwing overdekt de relatief smalle laatmiddeleeuwse bewoningszone voor een groot deel. De vondsten van de vele fragmenten maalsteen vervaardigd van natuursteen afkomstig uit de Eifel tonen aan dat de vindplaats geen ge¨ısoleerd karakter had. Dergelijke vondsten zijn illustrerend voor de (ruil)handelscontacten met verder weg gelegen gebieden.
Date: 2001