De gemeenten Heumen en Grave hebben het plan opgevat om het uit 1701 daterende Kroonwerk Menno van Coehoorn zichtbaar te maken in het landschap, zodat een breed publiek kennis kan maken met de geschiedenis van deze plek. Om te onderzoeken of dit mogelijk is, wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Met het oog op de wens om de herkenbaarheid van het voormalige kroonwerk te vergroten, bijvoorbeeld door een deel van de in de ondergrond nog aanwezige structuren bovengronds zichtbaar te maken, is geadviseerd ter plaatse twee proef sleuven aan te leggen. Dit onderzoek heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in opdracht van de gemeente Heumen op 26 en 27 september 2012 uitgevoerd.Het proefsleuvenonderzoek heeft tot doel informatie te verzamelen van nog in de ondergrond aanwezige resten van het kroonwerk Menno van Coehoorn en het bepalen van de precieze ligging ervan, zodat aan de hand van deze gegevens (en reeds beschikbare informatie) het voormalige kroonwerk op enigerlei wijze weer zichtbaar kan worden gemaakt en er een toeristisch-recreatieve toepassing aan kan worden gegeven. In het verlengde hiervan heeft het onderzoek tot doel informatie te verzamelen over de opbouw en fasering van de nog in de ondergrond aanwezige resten en structuren, kortom om de geschiedenis van deze plek aan te vullen met informatie verkregen uit archeologisch onderzoek. Hiertoe worden ook voorgangers van het kroonwerk gerekend.Omdat voor het onderzoek een beperkt budget ter beschikking stond, heeft het onderzoek zich toegespitst op een aantal specifieke vragen die in het PvE zijn verwoord. Daarnaast is het uitgangspunt geweest om tijdens het veldonderzoek zo min mogelijk verstoring te veroorzaken. De twee sleuven zijn op een dusdanige wijze aangelegd, dat hieruit maximale informatie is te verkrijgen voor het visualiseren van (onderdelen) van het kroonwerk. De aandacht heeft zich toegespitst op de muren en het kruitmagazijn alsmede de binnengracht (ter hoogte van de doorgang van de tenaille) en de verschillende onderdelen van de buitenrand van het kroonwerk (de tenaille zelf, inclusief de bedekte weg).In werkput 1 zijn restanten aangetroffen van de wallen. Deze zijn geëgaliseerd en in 1926 afgedekt met geel Maaszand. Tevens is dit zand ter opvulling gebruikt voor de doorgang van en naar de tenaille en voor de ontstane leemten die aanwezig waren na sloop van de kruitmagazijnen.De doorgang is zichtbaar als een onderbreking in de bruine kleipakketten en is noordoost-zuidwest georiënteerd. Op de locaties waar het Maaszand zich naar de noordwestelijke zijde uitstrekt, hebben waarschijnlijk de kruitmagazijnen gestaan. Omdat deze grondig gesloopt zijn, zijn hier geen feitelijke sporen van gevonden. Aan de noordoostzijde van de sleuf zijn de vullingen van de droge gracht aangetroffen.Werkput 2 heeft een doorsnede opgeleverd van de tenaille met de grachten, ophogingspakketten en uitbraaksporen met muurwerk. Tussen de twee muren was de droge, circa 4 m brede gracht gesitueerd. Het formaat van de bakstenen en materiaalgebruik past in de 17e eeuw Door de ontmanteling en werkzaamheden ten behoeve van de Maas in de 20e eeuw zijn delen van het kroonwerk gesloopt en is het terrein geëgaliseerd. Hierdoor zijn echter met name de delen verdwenen die hoog boven het maaiveld aanwezig waren. Op het Actueel Hoogtebestand van Nederland zijn de contouren van het kroonwerk nog duidelijk zichtbaar.Op het terrein hebben recentelijk geen diepgaande verstoringen plaatsgevonden. Op basis van de huidige gegevens wordt verondersteld dat ingegraven elementen en muurwerk van het kroon werk grotendeels intact aanwezig zijn onder het maaiveld. De opgeworpen aardlichamen zijn moei lijk te herkennen doordat het slechts nog om de onderkant gaat en het merendeel geëgaliseerd is.De aangetroffen resten zijn goed geconserveerd. Met name het muurwerk is in goede staat. Het metselwerk bestaat uit hardgebakken stenen in kalkmortel. Bij het vrijleggen is gebleken dat het muurwerk nog zeer stevig is en dat bijvoorbeeld vorst geen invloed heeft gehad. Het muurwerk vertoont geen breuken of verzakkingen.