Onder auspiciën van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf.De HBO-Monitor bestaat uit een enquête via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquête wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquête ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt.Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op.Databestand n.a.v. schoolverlatersenquête onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2014).
In verband met privacy zijn de volgende variabelen uit het databestand verwijderd:- ‘hnmbdr’, label ’huidige functie naam bedrijf’- ‘hnmbdrbi’ label ‘Naam bedrijf binnen vakgebied’- ‘hnmbdrbu’ label ‘Naam bedrijf buiten vakgebied’
Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert sinds het begin van de jaren negentig in vrijwel alle sectoren van het Nederlandse onderwijsstelsel onderzoek uit onder schoolverlaters. De gegevens worden opgeslagen in het SchoolverlatersInformatieSysteem SIS. Ontwerp, uitvoering en beheer van het SIS berusten bij het ROA. Het veldwerk wordt verzorgd door DESAN Research Solutions te Amsterdam.Naast instrument voor kwaliteitszorg ten behoeve van onderwijsinstellingen dienen de gegevens vooral als een landelijk representatieve databron waarvan de maatschappelijke en wetenschappelijke betekenis ligt in het vergroten van het inzicht in de transitie van school naar werk. Dit laatste vindt met name zijn neerslag in de publicatie van algemeen toegankelijke, landelijke rapportages, die door het ROA jaarlijks worden samengesteld. Daarnaast worden de gegevens gebruikt voor aanvullende, vaak meer specifieke analyses in opdracht van derden.SIS bestaat uit een aantal verschillende schoolverlatersonderzoeken waarvoor elk najaar ongeveer tachtigduizend individuen worden benaderd. In de eerste plaats bevat het de gegevens uit een enquête gericht op schoolverlaters van het voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO), de VO-Monitor. Daarnaast vindt er een jaarlijks onderzoek plaats onder schoolverlaters van de beroepsopleidende (BOL) en beroepsbegeleidende (BBL) leerwegen van het secundair beroepsonderwijs, de BVE-Monitor. In de derde plaats zijn opgenomen de gegevens uit de HBO-Monitor, die wordt gehouden onder afgestudeerden van het HBO.Vanaf 2007 verricht het ROA ook onderzoek naar de voortijdige uitval van schoolverlaters, de zogenaamde VSV-Monitor.De verschillende vragenlijsten zijn onderling op elkaar afgestemd wat betreft meetmoment, basisinstrument, gehanteerde definities en gebruikte classificaties. Bovendien zijn de classificaties aangepast aan andere statistische bronnen, bijvoorbeeld die van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voert sinds het begin van de jaren negentig in vrijwel alle sectoren van het Nederlandse onderwijsstelsel onderzoek uit onder schoolverlaters. De gegevens worden opgeslagen in het SchoolverlatersInformatieSysteem SIS. Ontwerp, uitvoering en beheer van het SIS berusten bij het ROA. Het veldwerk wordt verzorgd door DESAN Research Solutions te Amsterdam.Naast instrument voor kwaliteitszorg ten behoeve van onderwijsinstellingen dienen de gegevens vooral als een landelijk representatieve databron waarvan de maatschappelijke en wetenschappelijke betekenis ligt in het vergroten van het inzicht in de transitie van school naar werk. Dit laatste vindt met name zijn neerslag in de publicatie van algemeen toegankelijke, landelijke rapportages, die door het ROA jaarlijks worden samengesteld. Daarnaast worden de gegevens gebruikt voor aanvullende, vaak meer specifieke analyses in opdracht van derden.SIS bestaat uit een aantal verschillende schoolverlatersonderzoeken waarvoor elk najaar ongeveer tachtigduizend individuen worden benaderd. In de eerste plaats bevat het de gegevens uit een enquête gericht op schoolverlaters van het voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO), de VO-Monitor. Daarnaast vindt er een jaarlijks onderzoek plaats onder schoolverlaters van de beroepsopleidende (BOL) en beroepsbegeleidende (BBL) leerwegen van het secundair beroepsonderwijs, de BVE-Monitor. In de derde plaats zijn opgenomen de gegevens uit de HBO-Monitor, die wordt gehouden onder afgestudeerden van het HBO.Vanaf 2007 verricht het ROA ook onderzoek naar de voortijdige uitval van schoolverlaters, de zogenaamde VSV-Monitor.De verschillende vragenlijsten zijn onderling op elkaar afgestemd wat betreft meetmoment, basisinstrument, gehanteerde definities en gebruikte classificaties. Bovendien zijn de classificaties aangepast aan andere statistische bronnen, bijvoorbeeld die van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).