Plangebied Reevedorp (gemeente Kampen)

DOI

ADC ArcheoProjecten heeft in mei 2017 een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Reevedorp (gemeente Kampen.Aanleiding is het voornemen om voor dit gebied een nieuw bestemmingsplan op te stellen, waarbij aan een groot deel van het (tot nu toe vrijwel uitsluitend agrarische) gebied een nieuwe bestemming “wonen” zal worden toegekend.Op basis van eerder uitgevoerd bureauonderzoek werden in het plangebied twee landschapstypen onderscheiden, waarvoor verschillende gespecificeerde verwachtingen van toepassing zijn. Het betreft het begraven pleistocene dekzandlandschap en het daarboven gelegen veenlandschap, waar respectievelijk (nederzettings)resten uit de prehistorie en de periode IJzertijd-Late Middeleeuwen werden verwacht.Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd.Op basis van het booronderzoek werd het volgende geconcludeerd: De wat betreft prehistorische archeologie meest kansrijke zones betreffen in de eerste plaats (al dan niet afgedekte) dekzandruggen en dekzandplateaus met in ieder geval een intacte B-horizont. Deze locaties zijn op bijlage 2 met stippelarcering aangegeven. In deze zones kunnen zowel grondsporen als vondstlagen (houtskool, bot, vuursteen, natuursteen, aardewerk etc.) aanwezig zijn. Het veen dat tegen de lager gelegen flanken van dergelijke ruggen ligt, kan afvallagen of andere waardevolle deposities bevatten. Daarom dient ook aan deze lagere zones direct rondom het hogere zandreliëf een hoge archeologische verwachting te worden toegekend.In het kader van het bepalen van een advies voor vervolgonderzoek is het belangrijk om er rekening mee te houden dat voor het uitvoeren van gravend archeologisch onderzoek de hoogte van de grondwaterspiegel een belangrijke factor is. De maximaal werkbare diepte voor het aanleggen van proefsleuven bedraagt in het plangebied ca. 1,5 m –mv. Ervaring heeft geleerd dat in dieper aangelegde sleuven de leesbaarheid van het vlak door opkomend grondwater snel achteruit gaat.1 Om deze reden zijn de verwachtingszones vertaald naar zones waar sprake is van een verwachting voor het aantreffen van prehistorische archeologie en een zone waar ontginningsresten (huisplaatsen) uit de periode vanaf de Late Middeleeuwen worden verwacht.Voor de zone met een verwachting voor prehistorische resten wordt onderscheid wordt gemaakt tussen zones waar door middel van een karterend booronderzoek (IVO-O) vuursteenspreidingen dienen te worden opgespoord en zones die door middel van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) dienen te worden onderzocht op de aanwezigheid van grondsporen (haardkuilen).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x45-6bhh
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x45-6bhh
Provenance
Creator J. Huizer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8538; 7486; 995; 8437; 12165665
Version 1.0
Discipline Humanities