In opdracht van BAM Infra Regionaal Zuid heeft EARTH Integrated Archaeology tussen maart 2021 en oktober 2021 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het centrum van Escharen (gemeente Land van Cuijk). Hier werd het riool vervangen en/of vernieuwd.Voorafgaand aan het huidige onderzoek is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat binnen het plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit het Paleolithicum t/m de Nieuwe tijd. Om deze archeologische resten conform de richtlijnen van de Nederlandse archeologie te documenteren en ex situ te behouden is er door het Bevoegd gezag (Gemeente Land van Cuijk) besloten om een archeologische begeleiding te laten uitvoeren ten tijde van (en deels voorafgaand aan) de civieltechnische werkzaamheden.De archeologische begeleiding heeft als doel de eventuele aanwezigheid van archeologische resten vast te stellen en deze ex situ veilig te stellen. De centrale vraagstelling is gericht op het bepalen van de aanwezigheid van een of meerdere behoudenswaardige vindplaatsen binnen het plangebied; alsook de ligging, omvang, aard, datering, en gaafheid hiervan.Tijdens het onderzoek is vondstmateriaal aangetroffen uit de IJzertijd t/m Nieuwe tijd. De vondsten bestaan voornamelijk uit aardewerk, keramisch bouwmateriaal, metaalslak, natuursteen en dierlijk bot. Ook zijn enkele fragmenten van verbrande klei, glas, en metaal aangetroffen. Met name het aardewerk is gebruikt om de aangetroffen sporen te dateren. Materiaal uit de IJzertijd en Romeinse tijd neemt hier slechts een gering percentage in beslag. Aardewerk uit de Merovingische en Karolingische tijd is wat beter vertegenwoordigd. Het merendeel van het aardewerk stamt echter uit de Late-Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd.Er is een groot aantal sporen aangetroffen. Het gaat met name om kuilen en paalkuilen van wisselende omvang en diepte in het hele plangebied. Een derde van de sporen bevatte dateerbaar vondstmateriaal waarmee deze ondergebracht konden worden in vijf perioden: IJzertijd, Romeinse Tijd, Vroege-Middeleeuwen, Late-Middeleeuwen, en Nieuwe tijd. Verschillende sporen bevatten echter vondstmateriaal uit meerdere perioden. Dit is het beste te verklaren als opspit, waarbij ouder materiaal wordt vermengd met recenter materiaal ten gevolge van een herwerking van de grond.Desondanks is het indicatief voor activiteit uit verschillende periode, maar van een bewoningscontinuïteit kan niet gesproken worden. Het was, met uitzondering van enkele clusters, niet mogelijk om de aangetroffen sporen te koppelen aan eerdere uitgevoerd onderzoek of gekende historische kaarten.In het huidige onderzoek zijn meerdere vindplaatsen aangesneden uit de Ijzertijd, VroegeMiddeleeuwen, en Late-Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd. Het was binnen de contouren van dit onderzoek niet mogelijk om omvang, aard, en gaafheid hiervan te bepalen. De aangetroffen archeologische waarden bestonden uit sporen en vondsten, die aangeven dat er binnen het plangebied activiteit en bewoning heeft plaatsgevonden vanaf de Ijzertijd. Aan de hand van de huidige gegevens kan niet gesproken worden van een onafgebroken continuïteit. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag of er archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, uit welke periode deze stammen en hoe deze bewaard zijn gebleven. Een afbakening en waardering van de aangetroffen vindplaatsen is echter niet mogelijk. Geadviseerd wordt om de resultaten van dit onderzoek te raadplegen bij eventuele toekomstige bodemingrepen in het centrum van Escharen aangezien uit het onderzoek is gebleken dat er sprake is van verschillende vindplaatsen uit meerdere perioden.