Uit de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat in een deel van onderzoekslocatie 6A nog een vondstniveau (met daaronder een sporenniveau) aanwezig is. In deze delen van de onderzoekslocatie is nog een (nagenoeg) intact podzolprofiel met een E-horizont in het dekzand aanwezig. In de rest van deze onderzoekslocatie is het dekzand afgetopt, maar resteert nog een sporenniveau: daar waar een B-, BC- en/of C-horizont aanwezig is.Binnen onderzoekslocatie 7A is de bodem diep verstoord als gevolg van (sub)recente bodemingrepen.De gehele top van het oorspronkelijke podzolprofiel is verdwenen, ter plaatse is enkel (licht)geel(grijs) dekzand waargenomen. Wanneer de diepte van de top van het gele zand wordt vergeleken met de diepte van de top van het gele zand (C-horizont) zoals aangetroffen tijdens het voorgaande karterend booronderzoek is zichtbaar dat meer dan een meter van het gele zand is verdwenen/verstoord. Binnen deze onderzoekslocatie is dus zowel het vondst - als sporenniveau verdwenen.Binnen onderzoekslocatie 8A is het dekzand afgetopt. In het grootste deel van deze onderzoekslocati e is een BC- en/of C-horizont aangetroffen en in één boring een B-horizont. Het vondstniveau is hier dus niet meer aanwezig. In tegenstelling tot onderzoekslocatie 7A is het zand hier niet diep vergraven, dus resteert nog wel een relevant sporenniveau.