In opdracht van Waterschap Scheldestromen heeft Archol een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd in locatie 57 van het project KRW 2017 ten oosten van Poortvliet (gemeente Tholen). Aanleiding voor het onderzoek is de aanleg van natuurvriendelijke oevers (NVO) langs enkele bestaande watergangen. Doel van het onderzoek is vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het bureauonderzoek is erop gericht een specifiek verwachtingsmodel voor het terrein op te stellen met de bekende en verwachte archeologische waarden. Met het booronderzoek wordt deze verwachting in het veld getoetst. Op basis hiervan volgt een advies over de noodzaak van vervolgonderzoek. Tijdens de het onderzoek zijn in totaal 57 boringen gezet. Alle boringen zijn gezet tot in het Laagpakket van Wormer, indien aanwezig. De boringen zijn verdeeld over 3 raaien, met een onderlinge afstand van 40 meter tussen de boringen. De boringen zijn uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een guts met een diameter van 3 cm en in het veld beschreven. Voor het plangebied gold op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden in het Laagpakket van Walcheren, het Hollandveen Laagpakket en het Laagpakket van Wormer. Het booronderzoek bevestigt het hoge verwachting voor het Laagpakket van Walcheren en voor delen van het Hollandveen met een veraarde top. De archeologische verwachting voor het Laagpakket van Wormer is naar “laag” bijgesteld. De ontgravingen reiken tot 1,5 m –Mv (2,5 m –NAP) en bedreigen daarmee de lagen met een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de bronstijd tot Nieuwe tijd. Om die reden adviseren wij de natuurvriendelijke oevers niet dieper aan te leggen dan 0,4 m -Mv. Indien dit geen optie is adviseren wij de werkzaamheden onder Protocol 4004 Opgraven Landbodems – variant Archeologische Begeleiding uit te voeren (zie advieskaart 4.1).