In april 2009 is in opdracht van de gemeente Twenterand een karterend veldonderzoek door middel van proefputjes uitgevoerd door Ingenieursbureau Oranjewoud BV aan de Schapendijk te Den Ham, gemeente Twenterand (Overijssel). De aanleiding voor dit archeologisch onderzoek is de ontwikkeling van het plangebied Zuidmaten Oost voor woningbouw. Doel van onderhavig onderzoek is het toetsen van de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied op basis van intacte bodemprofielen en het formuleren van aanbevelingen voor de wijze waarop met eventueel aanwezige archeologische waarden dient te worden omgegaan. Omdat in de omgeving van het plangebied eenmansessen zijn aangetroffen en in het plangebied zelf een kleine dekzandrug ligt, is in een eerder verkennend booronderzoek de intactheid van de bodem vastgesteld, waarbij in enkele boringen een aantal archeologische indicatoren naar boven kwamen. Het onderhavige waarderende veldonderzoek is daarom vooral gericht op het aantonen van de aanwezigheid van (een) archeologische vindplaats(en). Tijdens het inventariserend archeologisch onderzoek in het plangebied (karterend onderzoek door middel van proefputjes van 2x1 m) is vastgesteld in hoeverre de in het vooronderzoek aangetroffen archeologische indicatoren daadwerkelijk gerelateerd zijn aan een mogelijke vindplaats. Tijdens het onderzoek zijn 4 proefputjes aangelegd. De bodemopbouw in het plangebied bestaat bij de westelijke putten uit een opgebrachte laag op een (verstoorde) eerdlaag op dekzand (eerdgrond). De oostelijke putten missen de opgebrachte laag en bestaan uit een eerdlaag op dekzand met podzolvorming. Tijdens het waarderende veldonderzoek zijn geen archeologische vindplaatsen aangetroffen. In de putten werden vooral in de akkerlaag losse archeologische indicatoren aangetroffen die echter ex situ voorkomen, namelijk in een verploegde laag waarop wellicht afval van elders is uitgestrooid. Gezien de lage ligging ten opzichte van het (micro)reliëf in de omgeving en de relatieve natte bodem zal dit gebied niet bebouwd zijn geweest. Voor het waarderende veldonderzoek werd door de gemeente Twenterand een Programma van Eisen (PvE) opgesteld (zie bijlage 5). Hierin werd de aanname dat het in dit onderzoeksgebied gaat om relatief oude (Middeleeuwse of oudere) vindplaatsen betwijfeld, gezien de relatief lage ligging van de vindplaatsen. Volgens de auteur van het PvE is op grond van het reliëf de kans op vindplaatsen klein.