Tijdens het veldonderzoek zijn rade- en bergbrikgronden aangetroffen. Radebrikgronden zijn bodems met nog een compleet bewaard bodemprofiel (E-, EB- en Bt-horizont). Bergbrikgronden zijn het gevolg van lokale erosie, waardoor de bovengrond is afgespoeld en alleen de Bt-horizont nog overgebleven is.Vrijwel overal in het plangebied is er een archeologisch waardevolle laag, de E-, EB, of Bt-horizont, aanwezig. Uitzondering hierop zijn de vergraven zone in het noordwesten en de locaties waar in de boringen grondsporen zijn aangetroffen. Ook zijn er tijdens het booronderzoek vier oppervlaktevondsten gedaan en één vondst in de boor, waaronder twee vuursteenvondsten. De vondsten bevestigen de gespecificeerde archeologische verwachting uit het bureauonderzoek, voor resten uit het neolithicum en de ijzertijd (tijdens de oppervlaktekartering heeft Harry Vroomen ook vuursteen aangetroffen, dat hij allemaal dateert in de periode neolithicum-ijzertijd).