In opdracht van Rijkswaterstaat Noordzee heeft Periplus Archeomare BV in samenwerking met de Meetdienst van Rijkswaterstaat Noord Nederland en ADC ArcheoProjecten BV een archeologisch onderzoek voor het plangebied Doekegat Reede bij de Eemshaven uitgevoerd.Eemshaven zal in de toekomst worden aangedaan door schepen met een grotere diepgang. Het ankergebied Doekegat Reede en de aanloop er naar toe zal daarom (gedeeltelijk) worden verdiept. Door de verdieping kunnen archeologische waarden in de zeebodem – indien aanwezig – worden bedreigd. Dit gegeven vormde de aanleiding voor het uitvoeren van een archeologisch onderzoek. Het onderzoek bestond uit een gecombineerd bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (opwaterfase).Doel van het onderzoek is a) het specificeren van de archeologische verwachting voor ankergebied Doekegat en b) het toetsen van de verwachting door middel van een inventariserend veldonderzoek.Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied scheepswrakken en scheepvaartgerelateerde resten vanaf de Romeinse Tijd verwacht kunnen worden. Eerdere vondsten in de Waddenzee laten zien dat het hierbij om grote (tot 40 meter lange) historische houten wrakken kan gaan. De wrakken liggen ingebed in de bodem, waardoor de conserveringsgraad hoog is. Naast houten scheepswrakken is er ook een hoge kans op het aantreffen van recente ijzeren wrakken, waaronder vaar- en vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.Het gebied bood in de prehistorie waarschijnlijk goede condities voor bewoning. De kans is echter bijzonder groot dat eventuele resten door erosie zijn aangetast. Verspoelde resten, zoals vuurstenen en benen artefacten, kunnen wel worden aangetroffen. De waarde van deze artefacten is meestal beperkt, doordat zij zich niet meer in hun oorspronkelijke context bevinden. De categorie prehistorische bewoningssporen zal dan ook niet worden meegenomen in de archeologische verwachting. Het inventariserend veldonderzoek heeft zich daarom volledig gericht op historische scheepswrakken en scheepvaartgerelateerde objecten.De verwachting aangaande scheepswrakken en scheepvaartgerelateerde objecten is getoetst met behulp van side scan sonar. Met deze techniek kunnen objecten die op de bodem liggen of uit de bodem steken (zoals scheepswrakken) worden opgespoord. Ook bodemverstoringen ter plaatse van een volledig door sediment afgedekt scheepswrak kunnen in kaart worden gebracht. Begraven objecten die niet hebben geresulteerd in bodemverstoringen worden aan het ‘zicht’ onttrokken en kunnen dan ook niet worden opgespoord met side scan sonar.Het side scan sonar onderzoek heeft geresulteerd in 152 sonarcontacten. Aan tien van deze sonarcontacten is een archeologische verwachting toegekend. De overige 142 contacten zijn objecten die een obstakel kunnen vormen tijdens het baggeren en worden aangemerkt als ‘nautische contacten’.In overleg met de opdrachtgever is besloten om naast de tien objecten met archeologische verwachting negen nautische contacten te onderzoeken.Het aanvullend onderzoek is uitgevoerd met een DIDSON (Dual-frequency IDentification SONar) akoestische camera. Dit type camera is in staat om fotorealistische afbeeldingen en films te maken in omstandigheden waar optische systemen zoals reguliere videocamera’s niet werken. Het water bleek zo troebel dat de reguliere camera’s gemonteerd niet gebruikt konden worden. Op basis van de resultaten met de akoestische camera zijn acht locaties geselecteerd waar zich mogelijk archeologische resten kunnen bevinden. De fenomenen op de camerabeelden zijn geïnterpreteerd als mogelijke wrakresten. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek, side scan sonar en multibeam onderzoek en het aanvullende onderzoek met de akoestische camera wordt geadviseerd om deze acht locaties nader te onderzoeken door middel van duikinspecties.
Date Copyrighted: 2010-03-23
Date Submitted: 2013-01-07