Tussen februari en september 2016 heeft Antea Group archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende en karterende fase, uitgevoerd voor een plangebied aan de oostkant van Hoogersmilde. Uit het bureauonderzoek volgt dat het plangebied ligt op hooggelegen grondmorene met dekzanddek waarin een veldpodzolbodem is gevormd. In de directe omgeving van het plangebied zijn enkele archeologische waarnemingen en vindplaatsen of terreinen bekend. Deze vindplaatsen wijzen erop dat de omgeving van het plangebied in de periode paleolithicum ‐ ijzertijd is bewoond. Hierdoor geldt er voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. Deze middelhoge verwachting geldt alleen als er sprake is van een (deels) intact bodemprofiel.Om de intactheid van de bodem te bepalen is een inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen, verkennende fase, uitgevoerd. In 11 van de 20 boringen zijn intacte restanten van een podzol (B-horizont) aangetroffen. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek is aanbevolen om op het perceel aan de noordzijde op de as van de leiding om de tien meter een boring (Edelman 12 cm) te doen en de bodem te zeven voor het opsporen van vuursteenvindplaatsen.Het karterend booronderzoek heeft de aanwezigheid van een (deels) intact podzolprofiel bevestigd. De bodemlagen zijn gezeefd over een maaswijdte van 3 mm, waarbij geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen (zoals houtskool, verbrand of bewerkt vuursteen) die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats. Aangezien er tijdens het karterende booronderzoek geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, is aanbevolen om het plangebied vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling.
Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. karterende boringen Aanleg gastransportleiding Hoogersmilde, gem. Midden-Drenthe
Antea Group Archeologie 2016/144
Issued: 2016-11-24