In verband met toekomstige bodemverstorende ingrepen, als gevolg van bouwactiviteiten op de percelen ten noorden van de Beilerstroom te Alting, heeft Tel Makelaars en Rentmeesters BV aan de afdeling Archeologie van MUG Ingenieursbureau opdracht verleend om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Omdat de percelen in het beekdal van de Beilerstroom liggen, is eerst een bureauonderzoek noodzakelijk conform de richtlijnen voor archeologisch beekdalonderzoek van de provincie Drenthe. Uit het bureauonderzoek blijkt dat er in het onderzoeksgebied een zuidwaarts gerichte helling van een hogere rug en een oostwaarts gerichte helling aanwezig zijn die mogelijk alle twee aantrekkelijk zijn geweest als uitvalsbasis voor jager-verzamelaars in de steentijd. De Beilerstroom is gekanaliseerd en de oude tijdens de kanalisatie gedempte loop met meanders bevinden zich in het plangebied. In het onderzoeksgebied zijn geen aanwijzingen te vinden voor de aanwezigheid van historische fenomenen, zoals oude voetpaden, bruggen en eendenkooien. Indien er daadwerkelijk bodemverstorende werkzaamheden uitgevoerd gaan worden, bestaat, naar aanleiding van de resultaten van onderhavig archeologisch bureauonderzoek en overleg met de provinciale archeoloog (optredend als toetsende autoriteit met betrekking tot het Plan van Aanpak), de verplichting nader archeologisch onderzoek binnen het plangebied uit te voeren conform het als bijlage 2 toegevoegde Plan van Aanpak (PvA). In het Plan van Aanpak wordt aangegeven dat er een booronderzoek uitgevoerd moet worden in het noordelijke en oostelijke deel van het plangebied, of op de zuidhelling van de hogere gronden in het noorden en op de goteling van de hoge kop van Vulling, waar mogelijk steentijdjagers gebivakkeerd hebben. Ten tweede moet er een booronderzoek uitgevoerd worden naar de voormalige loop van de Beilerstroom om de conserveringsomstandigheden in het sediment van deze oude beekloop vast te stellen.
