In opdracht van Van Arragon Projecten B.V. heeft RAAP in mei 2016 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase, door middel van handmatige boringen uitgevoerd in het plangebied Strijkviertel 48 in De Meern, gemeente Utrecht (figuur 1). De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie de bestaande woning te slopen en bedrijfspanden te realiseren, waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. Beleidskader Het uitgangspunt voor dit onderzoek wordt gevormd door het wettelijk en beleidsmatig kader voor de ruimtelijke ordening en monumentenzorg. De gemeente Utrecht is in dezen de bevoegde overheid die een besluit zal nemen over hoe om te gaan met de aanwezigheid van eventueel aanwezige archeologische waarden. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente ligt het plangebied in een zone van hoge archeologische waarde. Het beleid voor deze zone schrijft voor dat er bij bodemingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 50 cm -Mv een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Deze voorschriften zijn verankerd in de Verordening op de archeologische monumentenzorg en op de bijbehorende Archeologische Waardenkaart van de gemeente Utrecht. Een archeologische onderbouwing met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden is derhalve verplicht conform het vigerend gemeentelijk beleid. Het dekzandlandschap is naar verwachting, gezien de ligging van het plangebied binnen de Oude Rijn stroomgordel, niet meer intact aanwezig. Voor archeologische resten uit de periode Laat Paleolithicum t/m Mesolithicum geldt een lage archeologische verwachting. Op het moment dat veen tot ontwikkeling kwam, is het landschap weinig geschikt voor bewoning. Om die reden geldt een lage archeologische verwachting voor archeologische resten uit de periode Neolithicum t/m Bronstijd op het veen (indien aanwezig). Gezien de ligging van het plangebied op de overgang van de oever- naar de komafzettingen van de Oude Rijn stroomgordel, geldt een hoge archeologische verwachting voor archeologische resten uit de periode IJzertijd t/m Vroege Middeleeuwen. In de directe omgeving van het plangebied zijn diverse waarneming gedaan van de Romeinse limesweg. De geprojecteerde loop van deze weg loopt door of in de directe nabijheid van het plangebied. Er geldt met name een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Romeinse tijd, verband houdend met de limesweg. Op basis van historisch kaartmateriaal geldt een lage archeologische verwachting voor archeologisch waardevolle uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.