Ze is geboren in een groot katholiek gezin, als tiende van twaalf kwam zij ter wereld. Haar vader was kunstenaar, maar verdiende de kost als huisschilder. Tijdens de oorlog heeft ze in een pleeggezin in Veghel gezeten en keerde daarna weer terug naar de stad, in Delfshaven, waar ze opgroeide. Tijdens haar jaren op de mulo, op de meisjesschool van Sint Lucia aan de Aert van Nesstraat, zag ze de Lijnbaan uit de grond gestampt worden. Daarna had ze verschillende baantjes, onder meer als maatschappelijk werkster. Na haar huwelijk is ze jarenlang weggeweest uit de stad. Sinds 2000 woont ze weer in Rotterdam, op het Noordereiland. Ze werkt vrijwillig als stadsgids.Dit interview maakt onderdeel uit van het project Ziel van de Wederopbouw, wat in 2016 is ondernomen door Stichting Verhalenhuis Belvédère. In deze collectie zijn 86 levensverhalen van Rotterdammers van verschillende generaties, afkomsten en culturen opgenomen, allemaal met als centraal thema de Wederopbouw in de brede zin.