Plangebied De Kop (perceel HRW00 E 33, ged.) te Heerewaarden, gemeente Maasdriel

DOI

In opdracht van Kragten B.V. heeft RAAP in februari 2022 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied De Kop te Heerewaarden in de gemeente Maasdriel.Op basis van voorafgaand bureauonderzoek (Boreel et al., 2022) werden in het plangebied oeverafzettingen van de Waal verwacht van vóór de bedijking (Romeinse tijd - late middeleeuwen). In het bureauonderzoek werd aangegeven dat het maaiveld naar verwachting niet of nauwelijks is afgegraven ten behoeve van de baksteenindustrie. Op dieper niveau werden oever- en beddingafzettingen van een mesolithische/neolithische stroomgordel verwacht. Zodoende gold voor het diepere niveau een middelhoge archeologische verwachting voor resten uit het neolithicum.Ter plaatse van de geplande ontgraving (onderzoeksgebied) zijn vijf verkennende boringen geplaatst tot een maximale diepte van 500 cm -mv. Het booronderzoek bevestigt grotendeels de archeologisch verwachting van het bureauonderzoek. In het plangebied zijn kalkrijke, vrij intacte oeverafzettingen van de Waal van vóór de bedijking aanwezig (Romeinse tijd t/m late middeleeuwen). Zodoende kunnen er resten van bewoning vanaf de Romeinse tijd tot en met de late middeleeuwen worden aangetroffen, evenals gerelateerd aan de Tachtigjarige Oorlog.Onder de oeverafzettingen, vanaf circa 200 à 230 cm -mv (3,1 à 3,3 m NAP), zijn kalkloze komafzettingen aanwezig met een humeuze top en enkele humeuze (lak)lagen. Naar beneden toe is er een zandige, siltige en humeuze gelaagdheid in de boringen waargenomen, duidend op verlanding en enkele reactiveringsfasen van een (rest)geul. Dit betreft naar verwachting de laat-mesolithische tot midden-neolithische stroomgordel ‘CB27, CB257 & CB112’ op de paleogeografische ouderdomskaart van Cohen & Stouthamer (2012, code 258). Hier worden met name watergerelateerde resten verwacht uit de periode vanaf het neolithicum tot de Romeinse tijd. Dergelijke vondsten betreffen doorgaans ‘puntlocaties’, zoals visfuiken, kano’s, beschoeiingen en dergelijke. De ontkalking is een indicator voor een slechte conservering van kalkhoudend vondstmateriaal, zoals botmateriaal. Door het afdekkende pakket kunnen organische vondsten en archeologische resten en sporen juist goed geconserveerd zijn.Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt een proefsleuvenonderzoek aanbevolen met eventuele doorstart naar een opgraving.

Date Submitted: 2022-04-19

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zvj-9eh6
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zvj-9eh6
Provenance
Creator E.M. Witmer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R. Hart, 't; RAAP
Publication Year 2022
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact R. Hart, 't (RAAP Archeologisch Adviesbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/octet-stream; application/vnd.oasis.opendocument.spreadsheet; application/pdf
Size 22836; 19940; 22926; 11688; 1997756
Version 2.0
Discipline Humanities