In verband met geplande veenontgraving voor aanleg van een meer is een waarderend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd bij Boersma's Dobbe te Twijzel. Doel van het onderzoek is vast te stellen wat de archeologische en aardkundige waarde van de dobbe is en in welke mate die bedreigd worden door de graafwerkzaamheden. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn 15 grondboringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen. Boersma's Dobbe te Twijzel is zeer waarschijnlijk een pingoruïne. De venige kern van de dobbe is vrijwel gaaf met uitzondering van de noordoosthoek waar het veen is verwijderd. De kern vormt een paleobotanisch archief dat zowel van archeologische als aardkundige waarde is. Echter op de wal rondom de venige kern is geen intacte (podzol)bodem gevonden en er zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van archeologische sporen. Beschermende / beperkende maatregelen of archeologisch vervolgonderzoek worden niet noodzakelijk geacht.