Laagland Archeologie heeft in januari 2022 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Emmerikseweg 1 te Netterden. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van nieuwe woningen.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek is de archeologische verwachting middelhoog voor jager-verzamelaars vanwege een intensief gebruik en bewoning waarbij de van oudsher ondiep gelegen resten waarschijnlijk zijn verstoord. De zone waarbinnen het plangebied is gelegen moet favoriet zijn geweest als bewoningsplek voor jager-verzamelaars.. Door een intensief gebruik en bewoning zijn van oudsher ondiep gelegen resten waarschijnlijk verstoord. De zone op een plateau-achtige terrasrest, waarbinnen het plangebied is gelegen, moet favoriet zijn geweest als bewoningsplek voor jager-verzamelaars. Voor landbouwers (Midden-Neolithicum tot Nieuwe tijd) geldt een hoge archeologische verwachting. Voor de perioden na het Midden-Neolithicum geldt dat er mogelijk verstoring is opgetreden door het intensieve gebruik van het plangebied en directe omgeving over lange perioden. Anderzijds kunnen archeologische resten bewaard zijn gebleven door ophoging(en) van het terrein en de geleidelijke vorming van een minder dik of dikkere cultuurlaag. De huidige bebouwing bestaat uit meerdere bouwfases, waaronder enkele kelders die verspreid zijn over het terrein.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans groot dat het plangebied archeologische sporen bevat. De hoge archeologische verwachting vanaf het Midden-Neolithicum tot Nieuwe tijd kan worden gehandhaafd omdat een onverstoorde profielopbouw is aangetroffen, deels onder een subrecent opgebracht grondpakket. Algemeen is onder een opgebrachte/verstoorde grondlaag een dikke A-horizont/cultuurlaag aangetroffen bestaande uit zwak humeuze, sterk zandige klei. In boring 4 in het stalgedeelte is deze dikke A-horizont cultuurlaag afgedekt met een leemvloer van ongeveer 20 cm dikte. Deze A-horizont/ cultuurlaag dekt terrasafzettingen af bestaande uit zwak siltige, matig grove zanden, al dan niet met wat grind van de Formatie van Kreftenheye. Alleen in boring 2 is onder deze cultuurlaag vanaf 130 cm -mv een spoor aangetroffen dat een diepte bereikt van 200 cm -mv. Omdat oorspronkelijke bodemhorizonten ontbreken in de oude kleigronden, die oorspronkelijk mogelijk de Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen representeren, is de archeologische verwachting voor jager-verzamelaars laag. De kleiondergrond is vrijwel geheel door de dikke A-horizont heengewerkt.In eerste instantie heeft Laagland Archeologie BV geadviseerd voor de toe te passen paalfunderingen om een archeologievriendelijk bouwplan op te stellen voor het behoud van het waarschijnlijk onder de funderingsbalken gelegen archeologische niveau. Voor het geval dat naast de toe te passen paalfunderingen de bodemingrepen tot onder het niveau van 15,30 m +NAP zouden komen, is geadviseerd vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P).Vanuit de archeologisch adviseur van het bevoegd gezag kwam echter de aanbeveling om het plangebied vanaf het maaiveldniveau archeologisch te onderzoeken via een opgraving. Weliswaar wordt op palen gefundeerd maar ook hiervoor zal ontgraven moeten worden. Daarnaast gaan er veel resten verloren als in de toekomst sloop plaats vindt van het nu nog te bouwen pand. Archeologie vriendelijk bouwen is bovendien niet mogelijk als niet duidelijk is wat zich precies waar in de ondergrond bevindt. Om die reden is geadviseerd om een archeologische opgraving – variant begeleiding uit te laten voeren.Voorafgaand aan het onderzoek dient een Programma van Eisen opgesteld te worden met specifieke aandacht voor de geschiedenis van de locatie. Dus ingaand op het gebruik als Herberg, gemeentehuis, de plaats in de samenleving, etc. Het PvE zal rekening moeten houden met afdoende archiefonderzoek.In aanvulling op het archeologisch advies is het zinvol om voorafgaand aan de sloop een bouwhistorisch onderzoek in het huidige pand te laten uitvoeren.