In opdracht van de gemeente Middelburg heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek en een oppervlaktekartering uitgevoerd voor het plangebied Noorddorpseweg te Sint Laurens (gemeente Middelburg). In het plangebied zal nieuwbouw plaatsvinden en uitbreiding van een camping. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op grond van een eerder uitgevoerd bureauonderzoek kunnen in het gebied archeologische resten uit de Romeinse tijd en later voorkomen. Op grond van de oppervlaktevondsten kunnen in een groot deel van het plangebied archeologische resten voorkomen. Er kan op basis van het aangetroffen materiaal echter geen goed beargumenteerde selectie worden gemaakt, behalve dat de aanwezigheid van archeologische resten in het centrale deel (zonder oppervlaktevondsten) niet waarschijnlijk is. Het oorspronkelijke reliëf op de kreekrug is door de ruilverkavelingen en grootschalige egalisatie vermoedelijk grotendeels verloren gegaan. Waardoor zeer waarschijnlijk niet meer kan worden gesproken van een oorspronkelijk of geheel intact bodemprofiel. Vermoedelijk is een groot deel van de oorspronkelijk hoger gelegen gronden afgetopt en zijn lagere gelegen delen met dit materiaal opgevuld. Dit is eveneens een reden waardoor op basis van oppervlaktevondsten geen vindplaats kan worden gedefinieerd. Wel zijn de oppervlaktevondsten een sterke aanwijzing voor menselijke activiteit in Late Middeleeuwen. Op grond van de bodemopbouw en de aangetroffen indicatoren in de boringen is één zone geselecteerd waar archeologische resten uit de Late Middeleeuwen mogelijk voorkomen. Dit is de noordelijke smalle zone van het plangebied. De zone is expliciet groter begrensd dan op grond van de indicatoren van het booronderzoek alleen. Dit is gedaan omdat in de hele zone middeleeuws aardewerk aan het oppervlak is aangetroffen. Op basis van het onderhavig onderzoek wordt geadviseerd om bij bodemverstorende activiteiten in het noordelijk deel van het plangebied een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven uit te voeren en het overige deel van het plangebied vrij te geven voor ontwikkeling.
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek en een oppervlaktekartering